Adem je hart in (en uit) |
‘Accepteer dat
leven en dood elk moment in je leven aanwezig zijn. Bij elke in- en uitademing.
Je gaat dood. Je komt weer tot leven.’
Tot hiertoe heb ik
de dood nooit geaccepteerd als deel van het leven. Het was iets ver weg, iets
dat mensen wegneemt, iets dat mij nu zeker nog niet zal overkomen, iets dat bij
anderen gebeurt maar niet bij mij. Nu begrijp ik: elke dag is de dood ook in
mijn lichaam aanwezig. Al is het maar een huidcel die afsterft om vervangen te
worden door een nieuwe.
Om volop in het
leven te kunnen staan, mag je niet bang zijn van de dood. Als mens moet je
jezelf volledig kunnen loslaten, om zo opnieuw open te kunnen staan voor het
nieuwe, voor het leven. En het is het leven zelf dat me –nogal brutaal- tot dit
inzicht heeft gebracht, geheel en totaal onverwacht. En maar goed dat het me
onverwacht overkwam, want anders had ik het nooit toegelaten.
Met een stevige
ademhalingsoefening –ik lig op de grond met mijn voeten tegen de voeten van
mijn partner aan- zouden we een bom aan seksuele energie opwekken – tot aan een
hoogtepunt of orgasme toe. Noot: het woord ‘orgasme’ draagt in tantra veel meer
betekenissen dan alleen het hoogtepunt via de fysieke daad, het is bijvoorbeeld
ook een synoniem voor ‘sterven’, voor de totale overgave aan de ander, voor het
opgeven van jezelf. En ik leerde hoe ik daar niet bang voor hoef te zijn. Er
bestaat niets mooiers dan sterven.
Zee van Zielen
Van de beginfase
van deze oefening herinner ik me vooral de doordringende geluiden: langgerekte
zuchten, onophoudelijk kermen, kreunen, korte gillen, gierende uithalen, maar
het kermen en kreunen, en dat kermen vooral … ik luister met de ogen dicht
terwijl ik mezelf in de oefening zwoeg (ademen kan behoorlijk vermoeiend zijn).
Mijn ademhaling neemt het over van het denken en ik glijd een slagveld van
stervende soldaten in … Zo moet de zielenwereld er uit zien: een zee van
kermende zielen, wachtend om in een lichaam gestort te worden. Ze golven en
buitelen in en om elkaar heen, en hun enige manier van communicatie is het
kermen. En ik besef: dit is het meest natuurlijke, meest menselijke geluid. Het
borrelt op vanuit de diepste holten van ons lichaam. Het is het enige dat ons
rest wanneer alles wegvalt en we op de rand staan van de dood. Het is geen pijnlijk
of angstig of vervelend geluid, het is gewoon … geluid.
Ik glijd dieper de
meditatie in en voel een enorme druk op mijn borst. Mijn hart gaat openknallen,
het doet zo’n pijn, ik heb geen lucht meer, ik kan niet verder, ik moet nu
ophouden. Een enorme golf van oud verdriet komt aanrollen en ik ben doodsbang
dat ik dit nooit, neen nooit helemaal in het gezicht zal kunnen kijken en ik
word nog banger, nog banger voor die alsmaar groeiende golf. Ik hoor mezelf
naar adem happen om dan een stukje los te laten: ik huil met lange diepe halen.
Hariprem hoort dit en knielt naast me neer. Ik houd mijn ogen gesloten. Hij
buigt zich over me heen en huilt met me mee. Snikkend, in het ritme van mijn diepe
halen. Alsof hij helemaal in mijn ziel kruipt en zich één maakt met mij.
‘Laat los’, zegt
hij, ‘er zit nog verdriet. Laat het los.’ Ik voel een hand op mijn borstkas. De
hand maakt draaiende bewegingen, zet de kraan van mijn hart open. Een waterval
aan tranen stort zich neer.
‘Nu moet je
doorgaan. Blijf ademen, niet stoppen. Hier moet je door.’
‘Ik kan niet
meer!’
‘Laat los!’ en op
dat moment wordt de druk op mijn borst onhoudbaar groot. Een explosie. Mijn
hart in tienduizend stukjes. Ik los een laatste diepe zucht en val
val
val
val
het donker in, een
enorme zwarte ruimte waar tijd niet bestaat, een plek ver weg waar ik was voor
ik op deze aarde viel, in een zee van kreunende zielen en er is alleen water – water - water en gedempt geluid. Ik voel hoe Hariprem
mijn bovenlichaam oppikt, mij rechtop zet en ik drijf ergens in dat lichaam
maar ik vind niet de kracht om het te bewegen, ik ben een levenloze lappenpop,
ik ben nog niet dat lichaam en ik wil dat ook niet zijn want ik drijf hier goed
in die waterige wereld - maar plots is er die verre stem die zegt dat ik moet
ademen -maar ik weet niet meer hoe want het water verdwijnt – ik word naar het
licht gezogen, getrokken, gesleurd – en ik wil niet - ik stik – stik –stik – in mij bestaat alleen
dat vreselijk gebrek aan lucht en dan een nieuwe explosie, mijn borstkas spert
zich open als een hongerige mond, zuurstof jaagt zich mijn longen in – ik hoest
en gorgel en spuug en o die pijn, zo’n vreselijke pijn dat ik moet krijsen – en
ik laat een enorme gil zoals ik er nooit een tweede zal kunnen lossen –
Ik voel twee armen
rond mijn slappe bovenlichaam en een stem die zegt ‘ik ben nu je moeder’ en ik
die niet kan ophouden met huilen, niet kan bewegen en mijn hulpeloze hoofd
tegen een borst aanleg. Als ik een tijd later mijn ogen open, kijk ik een
nieuwe wereld in. Ik stierf en werd opnieuw geboren.
‘Hoe deed je dat?’ vraag ik hem later.
‘Wat?’
‘Zo meeleven met anderen. Zo intens huilen als je deed, samen met mij.’
‘Ik doe niks.’
‘Je laat het toe?’
‘Zoiets. Als ik mijn hart open zet, word ik één met de ander, en voel ik
perfect wat hij of zij voelt. Op deze manier kan ik mensen helpen. Als ik op
een afstand zou staan, word ik de therapeut. Dan zou ik gaan bedenken en raad
geven en oplossingen aanreiken, en dat wil ik niet.’
‘Therapeuten geven inzicht in denkprocessen’, zeg ik.
‘Precies. En ik ondersteun het emotionele proces, of ik breng het op
gang.’
Dacht dat je geen tijd meer zou hebben om te schrijven, maar je bent anders weer heel goed bezig. Kon weer amper bijhouden, deze avond efkes inhaalbeweging gedaan. Vind het leuk dat je zowat dezelfde lessen en boodschappen tegenkomt die ik de voorbije tijd allemaal mocht tegenkomen. Veel herkenning dus. ps: Helemaal niet erg dat er herhaling in zit, das meteen al een geruststelling voor mogelijke herhalingen van mezelf in reacties op je blog :-)
BeantwoordenVerwijderenIk vind het vooral mooi en fijn dat jij ook ontdekte dat uiteindelijk alles één is.
Peter