‘Give me the body. I believe the life of the body is a greater reality
than the life of the mind: when the body is really awakened to life.’ (DH Lawrence)
Geef me het
lichaam. Ik geloof dat het leven van het lichaam een grootser realiteit is dan
het leven van de geest: dat is, als het lichaam volledig openstaat voor het
leven, danig is wakker geschud.
En dat is precies wat Hariprem en Tanhit met hun 5-daagse workshop proberen te doen: het wakker schudden of opwekken van sex (uele energie). Het opent de weg naar de energie
die achter al het leven zit.
‘Alle oefeningen zijn voorbereidingen op het openen van je hart’, legt Tanhit uit. ‘Want dat is tantra: het openen van je hart voor totale liefde. Liefde is niet iets van de geest, je kan dat niet bedenken. Het is iets dat je overkomt van zodra je je er volledig aan overgeeft.’
‘De workshop geeft me dus een mogelijkheid om te oefenen?’ vraag ik.
‘Ja. Ook al heb je nu geen vaste partner, je zal evengoed leren hoe seks en liefde niet hetzelfde is, maar dat je wel door het lichaam moet om datgene wat seks overstijgt, te bereiken. Seksuele energie is iets bijzonder sterk. En het opwekken daarvan hoeft niet noodzakelijk via de seksuele daad. In onze oefeningen zullen we al onze zintuigen aanwakkeren, openzetten en zo de weg naar ons hart openen. We stimuleren onze fijngevoeligheid, het elkaar aanvoelen, en dit opent de weg naar echte liefde. Je kan nog jarenlang platte seks hebben, als je niet leert dat te overstijgen door meditatie en andere oefeningen, kom je nooit bij de totaliteit van echte liefde uit.’
Driedubbele knoop
Totale liefde. Allemaal goed en wel, maar ik ben daar duidelijk niet klaar voor. Ter hoogte van mijn eerste (seks) en tweede (buik) chakra zit ik helemaal dicht te stroppen. Mijn maag en darmen liggen in een driedubbele knoop en alle shit die in mij zit, weigert al drie dagen mijn lichaam te verlaten. Maar ik blijf absoluut koppig doorzetten want ik weet: de sleutel tot het openen van mijn hart ligt ergens tussen mijn seksorgaan en mijn buik. De navel als sleutel? Exact een maand geleden maakte ik een tekeningetje van een sleutel in een buik – intuïtief wist ik al welke weg ik zou opgaan. Dat het onder de noemer van tantra zou zijn, wist ik toen nog niet. Dat ik helemaal zou dichtslibben, wist ik ook niet.
De eerste dag van de 5-daagse tantraworkshop ga ik dood van de zenuwen. We moeten een partner kiezen. In mijn geval: een onbekende man. Er zijn meer vrouwen dan mannen voor de workshop komen opdagen. Wordt spannend.
‘Je moet zoveel mogelijk van je tijd doorbrengen met je
partner’, legt Tanhit uit, ‘hoe meer tijd, hoe beter. Je moet goed voor elkaar zorgen.
Je kan bijvoorbeeld ’s avonds samen iets gaan eten of drinken.’
Ik krimp al in elkaar bij de gedachte dat ik me van ’s ochtends 7u30 tot ’s
avonds 6u30 in allerlei bochten ga kronkelen samen met een onbekende
mannelijke partner, laat staan dat ik er ook nog eens de avonduren mee moet
doorbrengen.
‘Help!’ zeg ik tegen niemand in het bijzonder. ‘Moet dat echt?’ Ik zie
het hele workshopgebeuren al niet meer zitten. Ik word letterlijk misselijk
van het idee dat ik ook vijf avonden moet
vrijhouden`, zeg ik tegen Hariprem en Tanhit. Wat ik hen niet
vertel, is dat ik de avonden liever vrij houd voor mijn noordelijke buurman, mijn tovenaar, mijn partner in realtime.
‘Je ziet jezelf in de ander’, zegt Hariprem, ‘het is iets in jezelf
waarvan je misselijk wordt.’
Lap. Ik moet het alweer in mezelf gaan zoeken.
‘Als je nu niet een manier vindt om hier door te gaan, zal je je telkens
misselijk blijven voelen’, vervolgt Hariprem.
‘Okee’, zeg ik, ‘ik zet door.`
Op basis van
lijfoefeningen ‘ga elkaar maar eens lekker besnuffelen’, dansoefeningen, tast-
en blinddoekoefeningen is de keuze snel gemaakt. Mijn partner wordt een vijftiger uit Iran die
–noem het toeval of niet- ook jarenlang in Gent heeft gewoond, Nederlands
spreekt en nu hier in Goa zijn vaste stek heeft.
En toch … op het eind van dag 1 voel ik me helemaal opgelaten. Ik ben
niet zo zeker meer van mijn partnerkeuze. Allerlei vreselijke gedachten gaan me door
het hoofd: ‘Ik hou niet van zijn geur, hij is bruut en bot, ik wil hem niet, ik walg van hem …’ om uiteindelijk uit te komen bij één ding:
ik voel me niet veilig bij deze man. Ik vertrouw hem voor geen haar. (Achteraf –ik gaf mijn partner weg aan een andere vrouw en zij was er
ontzettend blij mee - heb ik begrepen dat het allemaal kronkels waren in mijn
geest, want met de man in kwestie bleek er helemaal niets aan de hand.)
Tot en met dag twee zet ik door met mijn eerste partner. We doen
familieopstellingen rond moeders en vaders, we werken rond boosheid, verdriet
en seksualiteit. Naar mijn partner toe voel ik vooral moederlijke gevoelens,
het zorgen voor. Seksueel doet deze man me niets. Omgekeerd hetzelfde: ik merk aan zijn reacties dat hij in mij vooral een moeder ziet. Beetje vreemd gezien het leeftijdsverschil, maar kom.
Wanneer het mijn beurt is om
tijdens een oefening emoties te uiten rond ‘vaders’, voel ik weinig. ‘Dit voelt
erg leeg’, zeg ik, ‘het verdriet rond het missen van een vader is er, maar het
schudt me niet door elkaar.’
‘Misschien heb je hem een tijd geleden al vergeven’, zegt mijn partner.
En terwijl hij dit zegt, voel ik dat het werkelijk zo is: het verdriet
om een afwezige vader heeft opgehouden te bestaan.
Vadertje en moedertje spelen voor elkaar: geen probleem Maar tijdens de
laatste oefening van de dag gaat het om het opwekken van seksuele energie. Lees: met de
heupen tegen elkaar aan geplakt heen en weer wiegen, lambadagewijs. Ik kan mezelf
er niet toe brengen dat met deze man te doen. Ik blokkeer volledig en als er iemand
op dat moment een emmer naast me zou neergezet hebben, zou ik er spontaan in
gekotst hebben. Tanhit snelt ter hulp.
‘Zou je deze oefening met mij kunnen doen?’ vraagt ze.
‘Ja’, zeg ik, ‘dat denk ik wel.’ Dus krijg ik in plaats van een man, een
vrouw tegen me aangedrukt. Tegelijk razen er honderden paniekgedachten door
mijn hoofd. Ik laat me gaan in vastgeroeste gedachten:
‘Wat is dit?’
‘Waarom kan ik dit niet?’
‘Waarom hebben andere vrouwen dit niet?’
En ook:
‘Ik kan dit niet.’
‘Ik voel me mislukt.’
‘Ik voel me zo koud.’
`Ik ben zo vreselijk verlegen.`
`Ik ben zo vreselijk verlegen.`
‘Ik heb geen mannen nodig.’
Bovendien bevestigde mijn partner zich in mijn negatieve gedachten:
‘Je kan je niet geven.’
‘Je kan je niet laten gaan …’
Gelukkig was er dan een Hariprem die mijn partner op het matje riep:
‘Het is niet aan jou om haar te zeggen wat ze wel of niet moet doen of
voelen. Het is jouw taak om haar in dit proces te steunen, niet om haar af te breken.’
Ik krijg terug vertrouwen.
Ik kan me helemaal laten gaan.
Ik ben allesbehalve een ijskast.
Ik ben niet altijd doodverlegen.
En o wat heb ik mannen nodig.
`Yes`, zeg ik hardop, `dit worden nog vier bewogen dagen.`
Doet me denken aan die moederachtige zuigende figuur die op mij zat tijdens een tantra oefening... En dan had de begeleider nog gezegd dat ze de koppels bewust hadden samengesteld... Ik had daar toen iets te leren over mezelf... Na een korte babbel met de begeleider na de oefening, werd het me meteen duidelijk en de tranen stroomden... En nadien bleken het nog meer boodschappen in zich te dragen.... Straffe ervaring kan je hebben door oefeningen te doen met mensen waar je dat totaal niet mee ziet zitten hé!
BeantwoordenVerwijderenPeter