Translate my blog

maandag 16 januari 2012

Tantra 1: ademen en loslaten


Twee dagen Tantra: meditatie en dans. Ik ben de enige Vlaamse tussen een twintigtal Russische vrouwen. Aantal mannen: één. Een dappere man, dus. Hoofdonderwerp van deze tweedaagse workshop: afscheid nemen van oude patronen, versleten emoties, hardnekkige gedragspatronen. Grote schoonmaak om zo plaats te maken voor vrolijkheid en hoop. Maya werkt in de eerste plaats rond ademhaling, en combineert dit met familieopstelling, dans en beweging. 

Bij het begin van dag 2 zitten we in een kring om haar heen. De eerste dag eindigde in hoog oplaaiende emoties, dus daar moest even over gepraat worden. ‘Dit gesprek zal niet lang duren’, verzekert Maya, ‘we hebben nog veel werk vandaag.’  Eén voor één delen de vrouwen hun ervaringen van de eerste dag workshop. Maya reageert lang en uitgebreid.  Naast me fluistert een blondschone Russische me een gebroken Engelse vertaling in het oor. Ik begrijp de helft, en de andere helft fantaseer ik erbij. Gelukkig zijn Mayas woorden niet nieuw voor me –haar lessen zijn een herhaling van wat ik leerde en las tijdens meditatieretraites, eerder gedane familieopstellingen, creatieve therapieën en dergelijke- maar haar visie op de dingen geeft me opnieuw een andere invalshoek. Zo benadrukt ook zij het belang van ademhaling:
‘Ademen brengt je tot inzicht. Het lichaam ademt helemaal vanzelf … in en uit … in en uit … je hoeft er helemaal niets voor te doen, je hoeft het niet te controleren. De ademhaling is een deel van onze natuur, het is niet-zelf. Het brengt je helemaal terug tot je kern.’

Ja, de voorbije jaren leerde ik opnieuw ademen: vipassana en inzichtsmeditatie.  Met vallen en opstaan leerde ik mijn aandacht focussen op het ritme van mijn ademhaling. Niks spannends aan. Moeilijk? Ja, ontzettend! Want elke seconde was en is er wel een gedachte die me wil afleiden van mijn ademhaling. Eenmaal gefocust, komen de inzichten vanzelf. Nooit kan ik ze sturen, of willen. Inzicht kan je niet dwingen: het valt als stenen op je hoofd. Vanzelf en onverwacht.
Maar terug naar Maya, want mijn gedachten hebben me zonet een alinea afgeleid. In wat volgt zullen trouwe lezers herhaling lezen van wat ik al eerder schreef. Niet erg. Woorden als deze kunnen niet genoeg herhaald worden. Mijn blog als Sesamstraat voor kleuters. Weet je nog hoe je leerde tellen, namen van kleuren en dieren leerde? Ja, door het eeuwige herhalen. Zo ook voor ademen, meditatie en inzicht: het is niet erg dat ik honderd keer hetzelfde in andere woorden schrijf, of dat je in mijn woorden misschien duizend keer hetzelfde leest. Want wat ik schrijf is niet noodzakelijk wat jij leest … onthoud wat je hart wil onthouden, lees wat je nodig hebt … zo eenvoudig is dat.

Maya: ‘Door je aandacht te richten op de ademhaling, door meditatie dus, werk je met je problemen zoals ze zijn. Als je denken nog versnipperd is, als je gedachten nog als aapjes heen en weer rennen in je geest, is het de kunst (en de wijsheid) om je gedachten als gedachten te (h)erkennen, en niet als het probleem. Dat is inzicht. Luister naar wat je gedachten je vertellen:  ik ben moe, ik kan dat niet, hij heeft me bedrogen, ik vertrouw haar niet, ik heb het altijd gedaan, zie je wel dat  … meestal is het een eindeloze reeks negativiteit, onderdrukte angst en aversie. (H)erken het, en neem er afstand van.’
Maya pauzeert even. Het gewicht van haar woorden valt in de harten van de aanwezige vrouwen. In hun ogen zie ik een enorme honger naar meer.

Lange tijd ging ik mezelf haten omwille van mijn rondrennende, altijd kritische, altijd negatieve gedachten. Nu besef ik hoe onwetend en kinderlijk naïef ik was in die zelfhaat. Ik hoef mezelf immers niet te haten. Want ik ben niet mijn gedachten. Ik mijn kern ben ik de kalmte zelf. Veel van mijn problemen en onzekerheden bleven jarenlang een probleem omdat ik ze nooit recht in ogen durfde te kijken. Ik bleef steken in gedachten rond het probleem. En doordat ik in die gedachten bleef hangen, bleef ook het probleem bestaan, werd het groter en groter en groter totdat ik volledig ten onder ging aan het gewicht.  Soms ging ik in een grote boog om het probleem heen, deed ik mijn uiterste best moeilijke situaties te ontwijken, en ook door het te ontwijken, maakte ik het probleem alleen maar groter. 
Hoezo? 
Omdat ik krampachtig midden in mijn problemen (angsten, woede, jaloezie) bleef zitten. Als een koppige stampende kleuter in een waterplas. En ik bleef stampen, en ik werd vuiler en vuiler van de modder die ik door het stampen in het water veroorzaakte  –ik bleef het probleem voeden met gedachten en gedragingen- en de modder stapelde zich op op mijn rug, en ik bleef accepteren dat het probleem bestond. Ik durfde niet inzien dat ik zelf de eerste oorzaak was van het probleem – als ik niet zou stampen, was de waterplas gewoon een plasje gebleven, en zou het verdampt zijn in de eerste zonnestralen.  Of in andere woorden: ik ging de strijd met mijn angst, mijn woede en jaloezie aan met nog meer gedachten over angst, woede of jaloezie. Ik voedde negativiteit met negativiteit. Nu begrijp ik: problemen bestaan slechts omdat ik ze aanvaard als probleem. Als ik ontspan en al die gedachten loslaat, verdwijnen ze, of dient er zich vanzelf een oplossing aan.

 ‘Life in itself is an empty canvas, it becomes whatever you paint on it. You can paint misery, you can paint bliss. This freedom is your glory’. (Osho)


Tanhit (links) en Maya (rechts)

Ondanks haar belofte, duurt Mayas kringgesprek lang. Twee vreselijke uren lang. Ik voel mijn mond in een scheve grijns zakken, ik voel hoe boosheid zich achter mijn ogen verzamelt, ik voel mijn wroetende benen, mijn ongeduld en onvrede in mijn hele lichaam. Op de één of andere manier kan ik dit niet van me afschudden. Ik voed mijn ongedurigheid met gedachten van ongeduld:
‘Ik wil hier weg.
Dit is saai en pure tijdverspilling.
Ik wil NU in zee springen, afkoelen.
Mijn vertaalster is een domme koe en haar Engels trekt op niks.
Ik mis de helft.
Een gesprek als dit is het geld niet waard.
Ik ben moe.
Mijn benen doen pijn.
Ik kan echt geen seconde langer in kleermakerszit.
Ik hou het niet langer uit.
Ik heb dit allemaal al eerder gehoord.
Wat een ratelwijf, die Maya.
Moet dat ene jonge meisje echt een half uur alle aandacht?’

‘Nog vragen?’ hoor ik Maya nu ook in het Engels zeggen. Op dat moment hoop ik uit de grond van mijn hart dat niemand nog vragen heeft. Bovendien heb ik mezelf er ondertussen volledig van overtuigd dat de hele workshop een foute keuze is. En ergens ver weg is er het bewustzijn dat ik mezelf deze boosheid, deze beperkende gedachten heb aangepraat. Maar mijn hoofd staat zodanig op ontploffen dat het handelen naar dit bewustzijn verder van me af staat dan ooit. Waar is ‘de vingerknip’ die me wakker doet schieten, waar is die stamp onder mijn kont die me weer in mijn altijd geduldige aanvaardende kern zet? Godverdomd.
‘Kan je me even zeggen hoe lang dit kringgesprek nog doorgaat?’, vraag ik aan Maya. ‘Want als we vandaag geen andere oefeningen meer doen, is het misschien beter dat ik niet langer deelneem. Ik begrijp te weinig van wat er gezegd wordt, en ik heb niet het idee dat ik iets kan bijdragen aan het gesprek.’ 
Ik dacht dat ik mijn ongeduld vrij beleefd en vriendelijk had verpakt. Niet dus: mijn gezicht verraadt ondertussen de boze vurigheid die mij eigen is.  Maya ziet me in mijn ongeduld en reageert streng:
‘Het gaat er niet om wat je DOET. Voor mijn part blijven we hier nog een uur of twee zitten zonder iets te doen. Het gaat om je HOUDING, om wat jij nu met deze situatie doet. Als je wil weggaan, doe je dat maar. Dat is jouw keuze, maar sta hier niet te draaien of mij te irriteren omdat jij wil dat ik ophoud met praten. Ik vind het belangrijk dat deze vrouwen horen wat ik te zeggen heb. Jij hebt dat misschien niet meer nodig, gezien de weg die je al hebt afgelegd, maar zij wel. Begrijp je wat ik bedoel? Ja ... ik zie aan je gezicht dat je volledig begrijpt wat ik bedoel.’

Die zit. Ik voel me in elkaar krimpen. Ik heb misschien ‘al een weg afgelegd’, maar Maya brengt me weer volledig naar ‘af’. Ze heeft gelijk. Ik hing het uit. Een opstandige puber waardig. Opnieuw kroop ik helemaal in een oud gedrag (negatieve aandacht vragen voor een ‘probleem’ dat ik in de eerste plaats zelf creëerde). Waarom? Omdat ik dat ken. Omdat het veilig is. Mijn ongeduld (een karaktertrekje dat ik niet noodzakelijk graag zie in mezelf) katapulteerde me terug naar ‘af’. Betekent dit dat ik me nu moet laten gaan in moedeloosheid –ik ga het nooit leren – zie je wel dat ik het niet kan – ik zal altijd die ongeduldige trien blijven – ik kan mezelf niet controleren -  enzovoort enzoverder? Neen! Want dan blijf ik bezig met het creëren van problemen. Dan voed ik negativiteit met negativiteit. Er is maar één uitweg: loslaten.  En in het loslaten heb ik hoop. Hoe pijnlijk en confronterend het loslaten van vertrouwde gedragingen of hardnekkige gedachten ook kan zijn. Want wie ben ik in hemelsnaam nog als ik niet meer denk of doe wat ik gewend was te denken of te doen?

En plots schieten de woorden van Maria Vasalis door mijn hoofd:
‘Zoveel soorten van verdriet – ik noem ze niet – maar één, het afstand doen en scheiden – en niet het scheiden doet zo’n pijn – maar het afgesneden zijn.’

We weten niet wie we zijn ‘zonder’. We voelen ons afgesneden, klein en kwetsbaar, want wat we kennen is weg. Afgesneden en kwetsbaar, zo voel ik me na afloop van deze tweedaagse workshop een beetje. Ik keek oud gedrag en pijn recht in het gelaat. Ik voel hoe ze me ontglippen. Ik probeer er nog aan vast te houden, in er in te kruipen, ze als een veilig deken om mijn schouders te wikkelen, te mokken, boos te worden … maar het werkt niet meer. Ik moet er bijna hardop om lachen. Het afgesneden zijn van pijn is zo pijnlijk, weet je, het is zelfs een tijdje pijnlijker dan de pijn zelf. Vasalis heeft het waarschijnlijk nooit zo bedoeld –het gedicht focust op het verdriet zelf – maar plots zag ik in dit gedicht hoe je ook afstand kan nemen van het verdriet om het scheiden, om de afstand, om het afgesneden zijn. En de ruimte en energie die er dan vrijkomt in je hart … dat valt in geen blog te beschrijven.

2 opmerkingen:

  1. Vorige week kwam er een man in de opleiding 'transpersoonlijke begeleiding van mensen' vertellen over het soefisme... Hmmm dat was mooi. Ging over de liefde van het hart.

    Het ging ook over het 'afgescheiden zijn'.

    Als we op aarde komen en geboren worden, denken we dat we als ziel afgescheiden zijn van het Al en zoekt elke mens een overlevingsstrategie..

    Er zijn er negen, het Enneagram.... en je blijft dezelfde problemen tegenkomen als je niet door hebt dat je steeds reageert vanuit die angst van afgescheidenheid, ieder op zijn manier met zijn patroon...

    Terug durven geloven en vertrouwen in de liefde is de weg tot heling. Vaak houden mensen nog liever vast aan het bekende van de angst... omdat het vertrouwder is, bang van de liefde weer toe te laten...

    Herken dat wel, maar toch bezig de weg naar de liefde af te leggen en jij blijkbaar ook! Doorgaan Joey!

    Peter

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Klinkt als een hele pittige dag, ik hoop dat je het naar je zin gehad hebt. En die man was inderdaad erg dapper haha!

    Groeten Adriana

    BeantwoordenVerwijderen