Twee dagen Tantra: meditatie en dans. Ik ben de enige Vlaamse tussen een
twintigtal Russische vrouwen. Aantal mannen: één. Een dappere man, dus.
Hoofdonderwerp van deze tweedaagse workshop: afscheid nemen van oude patronen,
versleten emoties, hardnekkige gedragspatronen. Grote schoonmaak om zo plaats
te maken voor vrolijkheid en hoop. Maya werkt in de eerste plaats rond
ademhaling, en combineert dit met familieopstelling, dans en beweging.
Bij het begin van dag 2 zitten we in een kring om
haar heen. De eerste dag eindigde in hoog oplaaiende emoties, dus daar moest
even over gepraat worden. ‘Dit gesprek zal niet lang duren’, verzekert Maya,
‘we hebben nog veel werk vandaag.’ Eén
voor één delen de vrouwen hun ervaringen van de eerste dag workshop. Maya
reageert lang en uitgebreid. Naast me
fluistert een blondschone Russische me een gebroken Engelse vertaling in het oor. Ik
begrijp de helft, en de andere helft fantaseer ik erbij. Gelukkig zijn Mayas
woorden niet nieuw voor me –haar lessen zijn een herhaling van wat ik leerde en
las tijdens meditatieretraites, eerder gedane familieopstellingen, creatieve
therapieën en dergelijke- maar haar visie op de dingen geeft me opnieuw een
andere invalshoek. Zo benadrukt ook zij het belang van ademhaling:
‘Ademen brengt je tot inzicht. Het lichaam ademt helemaal vanzelf … in
en uit … in en uit … je hoeft er helemaal niets voor te doen, je hoeft het niet
te controleren. De ademhaling is een deel van onze natuur, het is niet-zelf. Het
brengt je helemaal terug tot je kern.’
Ja, de voorbije jaren leerde ik opnieuw ademen: vipassana en
inzichtsmeditatie. Met vallen en opstaan
leerde ik mijn aandacht focussen op het ritme van mijn ademhaling. Niks
spannends aan. Moeilijk? Ja, ontzettend! Want elke seconde was en is er wel een
gedachte die me wil afleiden van mijn ademhaling. Eenmaal gefocust, komen de
inzichten vanzelf. Nooit kan ik ze sturen, of willen. Inzicht kan je niet
dwingen: het valt als stenen op je hoofd. Vanzelf en onverwacht.
Maar terug naar Maya, want mijn gedachten hebben me zonet een alinea
afgeleid. In wat volgt zullen trouwe lezers herhaling lezen van
wat ik al eerder schreef. Niet erg. Woorden als deze kunnen niet genoeg
herhaald worden. Mijn blog als Sesamstraat voor kleuters. Weet je nog hoe je
leerde tellen, namen van kleuren en dieren leerde? Ja, door het eeuwige
herhalen. Zo ook voor ademen, meditatie en inzicht: het is niet erg dat ik
honderd keer hetzelfde in andere woorden schrijf, of dat je in mijn woorden misschien duizend
keer hetzelfde leest. Want wat ik schrijf is niet noodzakelijk wat jij leest …
onthoud wat je hart wil onthouden, lees wat je nodig hebt … zo eenvoudig is dat.
Maya: ‘Door je aandacht te richten op de ademhaling, door meditatie dus,
werk je met je problemen zoals ze zijn. Als je denken nog versnipperd
is, als je gedachten nog als aapjes heen en weer rennen in je geest, is het de
kunst (en de wijsheid) om je gedachten als gedachten te (h)erkennen, en niet
als het probleem. Dat is inzicht. Luister naar wat je gedachten je
vertellen: ik ben moe, ik kan dat niet, hij heeft me bedrogen, ik vertrouw haar
niet, ik heb het altijd gedaan, zie je wel dat … meestal is het een eindeloze reeks
negativiteit, onderdrukte angst en aversie. (H)erken het, en neem er afstand
van.’
Maya pauzeert even. Het gewicht van haar woorden valt in de harten van
de aanwezige vrouwen. In hun ogen zie
ik een enorme honger naar meer.
Lange tijd ging ik mezelf haten omwille van mijn rondrennende, altijd
kritische, altijd negatieve gedachten. Nu besef ik hoe onwetend en kinderlijk naïef
ik was in die zelfhaat. Ik hoef mezelf immers niet te haten. Want ik ben niet
mijn gedachten. Ik mijn kern ben ik de kalmte zelf. Veel van mijn problemen en
onzekerheden bleven jarenlang een probleem omdat ik ze nooit recht in ogen
durfde te kijken. Ik bleef steken in gedachten rond het probleem. En doordat ik
in die gedachten bleef hangen, bleef ook het probleem bestaan, werd het groter
en groter en groter totdat ik volledig ten onder ging aan het gewicht. Soms ging ik in een grote boog om het probleem
heen, deed ik mijn uiterste best moeilijke situaties te ontwijken, en ook door
het te ontwijken, maakte ik het probleem alleen maar groter.
Hoezo?
Omdat ik
krampachtig midden in mijn problemen (angsten, woede, jaloezie) bleef zitten.
Als een koppige stampende kleuter in een waterplas. En ik bleef stampen, en ik
werd vuiler en vuiler van de modder die ik door het stampen in het water
veroorzaakte –ik bleef het probleem
voeden met gedachten en gedragingen- en de modder stapelde zich op op mijn rug,
en ik bleef accepteren dat het probleem bestond. Ik durfde niet inzien dat ik
zelf de eerste oorzaak was van het probleem – als ik niet zou stampen, was de
waterplas gewoon een plasje gebleven, en zou het verdampt zijn in de eerste
zonnestralen. Of in andere woorden: ik
ging de strijd met mijn angst, mijn woede en jaloezie aan met nog meer gedachten
over angst, woede of jaloezie. Ik voedde negativiteit met negativiteit. Nu
begrijp ik: problemen bestaan slechts omdat ik ze aanvaard als probleem. Als ik
ontspan en al die gedachten loslaat, verdwijnen ze, of dient er zich vanzelf
een oplossing aan.
‘Life in itself is an empty canvas, it becomes
whatever you paint on it. You can paint misery, you can paint bliss.
This freedom is your glory’.
(Osho)
|
Tanhit (links) en Maya (rechts) |
Ondanks haar belofte, duurt Mayas kringgesprek lang. Twee vreselijke
uren lang. Ik voel mijn mond in een scheve grijns zakken, ik voel hoe boosheid
zich achter mijn ogen verzamelt, ik voel mijn wroetende benen, mijn ongeduld en
onvrede in mijn hele lichaam. Op de één of andere manier kan ik dit niet van me afschudden. Ik voed mijn ongedurigheid met gedachten van
ongeduld:
‘Ik wil hier weg.
Dit is saai en pure tijdverspilling.
Ik wil NU in zee springen, afkoelen.
Mijn vertaalster is een domme koe en haar Engels trekt op niks.
Ik mis de helft.
Een gesprek als dit is het geld niet waard.
Ik ben moe.
Mijn benen doen pijn.
Ik kan echt geen seconde langer in kleermakerszit.
Ik hou het niet langer uit.
Ik heb dit allemaal al eerder gehoord.
Wat een ratelwijf, die Maya.
Moet dat ene jonge meisje echt een half uur alle aandacht?’
‘Nog vragen?’ hoor ik Maya nu ook in het Engels zeggen. Op dat moment
hoop ik uit de grond van mijn hart dat niemand nog vragen heeft. Bovendien heb ik
mezelf er ondertussen volledig van overtuigd dat de hele workshop een foute
keuze is. En ergens ver weg is er het bewustzijn dat ik mezelf deze boosheid,
deze beperkende gedachten heb aangepraat. Maar mijn hoofd staat zodanig op
ontploffen dat het handelen naar dit bewustzijn verder van me af staat dan
ooit. Waar is ‘de vingerknip’ die me wakker doet schieten, waar is die stamp
onder mijn kont die me weer in mijn altijd geduldige aanvaardende kern zet?
Godverdomd.
‘Kan je me even zeggen hoe lang dit kringgesprek nog doorgaat?’, vraag
ik aan Maya. ‘Want als we vandaag geen andere oefeningen meer doen, is het
misschien beter dat ik niet langer deelneem. Ik begrijp te weinig van wat er
gezegd wordt, en ik heb niet het idee dat ik iets kan bijdragen aan het
gesprek.’
Ik dacht dat ik mijn ongeduld vrij beleefd en vriendelijk had verpakt.
Niet dus: mijn gezicht verraadt ondertussen de boze vurigheid die mij eigen is.
Maya ziet me in mijn ongeduld en
reageert streng:
‘Het gaat er niet om wat je DOET. Voor mijn part blijven we hier nog een
uur of twee zitten zonder iets te doen. Het gaat om je HOUDING, om wat jij nu
met deze situatie doet. Als je wil weggaan, doe je dat maar. Dat is jouw keuze,
maar sta hier niet te draaien of mij te irriteren omdat jij wil dat ik ophoud
met praten. Ik vind het belangrijk dat deze vrouwen horen wat ik te zeggen heb.
Jij hebt dat misschien niet meer nodig, gezien de weg die je al hebt afgelegd,
maar zij wel. Begrijp je wat ik bedoel? Ja ... ik zie aan je gezicht dat je
volledig begrijpt wat ik bedoel.’
Die zit. Ik voel me in elkaar krimpen. Ik heb misschien ‘al een weg afgelegd’,
maar Maya brengt me weer volledig naar ‘af’. Ze heeft gelijk. Ik hing het uit.
Een opstandige puber waardig. Opnieuw kroop ik helemaal in een oud gedrag
(negatieve aandacht vragen voor een ‘probleem’ dat ik in de eerste plaats zelf
creëerde). Waarom? Omdat ik dat ken. Omdat het veilig is. Mijn ongeduld (een
karaktertrekje dat ik niet noodzakelijk graag zie in mezelf) katapulteerde me
terug naar ‘af’. Betekent dit dat ik me nu moet laten gaan in moedeloosheid –ik
ga het nooit leren – zie je wel dat ik het niet kan – ik zal altijd die
ongeduldige trien blijven – ik kan mezelf niet controleren - enzovoort enzoverder? Neen! Want dan blijf ik
bezig met het creëren van problemen. Dan voed ik negativiteit met negativiteit.
Er is maar één uitweg: loslaten. En in
het loslaten heb ik hoop. Hoe pijnlijk en confronterend het loslaten van
vertrouwde gedragingen of hardnekkige gedachten ook kan zijn. Want wie ben ik
in hemelsnaam nog als ik niet meer denk of doe wat ik gewend was te denken of
te doen?
En plots schieten de woorden van Maria Vasalis door mijn hoofd:
‘Zoveel soorten van
verdriet – ik noem ze niet – maar één, het afstand doen en scheiden – en niet
het scheiden doet zo’n pijn – maar het afgesneden zijn.’
We weten niet wie we zijn ‘zonder’. We voelen ons afgesneden, klein en
kwetsbaar, want wat we kennen is weg. Afgesneden en kwetsbaar, zo voel ik me na
afloop van deze tweedaagse workshop een beetje. Ik keek oud gedrag en pijn
recht in het gelaat. Ik voel hoe ze me ontglippen. Ik probeer er nog aan vast
te houden, in er in te kruipen, ze als een veilig deken om mijn schouders te
wikkelen, te mokken, boos te worden … maar het werkt niet meer. Ik moet er
bijna hardop om lachen. Het afgesneden zijn van pijn is zo pijnlijk, weet je,
het is zelfs een tijdje pijnlijker dan de pijn zelf. Vasalis heeft het
waarschijnlijk nooit zo bedoeld –het gedicht focust op het verdriet zelf – maar
plots zag ik in dit gedicht hoe je ook afstand
kan nemen van het verdriet om het scheiden, om de afstand, om het
afgesneden zijn. En de ruimte en energie die er dan vrijkomt in je hart … dat
valt in geen blog te beschrijven.