Translate my blog

vrijdag 20 januari 2012

Tantra 3: sterven en weer ademen


Adem je hart in (en uit)

‘Accepteer dat leven en dood elk moment in je leven aanwezig zijn. Bij elke in- en uitademing. Je gaat dood. Je komt weer tot leven.’

Tot hiertoe heb ik de dood nooit geaccepteerd als deel van het leven. Het was iets ver weg, iets dat mensen wegneemt, iets dat mij nu zeker nog niet zal overkomen, iets dat bij anderen gebeurt maar niet bij mij. Nu begrijp ik: elke dag is de dood ook in mijn lichaam aanwezig. Al is het maar een huidcel die afsterft om vervangen te worden door een nieuwe.
Om volop in het leven te kunnen staan, mag je niet bang zijn van de dood. Als mens moet je jezelf volledig kunnen loslaten, om zo opnieuw open te kunnen staan voor het nieuwe, voor het leven. En het is het leven zelf dat me –nogal brutaal- tot dit inzicht heeft gebracht, geheel en totaal onverwacht. En maar goed dat het me onverwacht overkwam, want anders had ik het nooit toegelaten.

Met een stevige ademhalingsoefening –ik lig op de grond met mijn voeten tegen de voeten van mijn partner aan- zouden we een bom aan seksuele energie opwekken – tot aan een hoogtepunt of orgasme toe. Noot: het woord ‘orgasme’ draagt in tantra veel meer betekenissen dan alleen het hoogtepunt via de fysieke daad, het is bijvoorbeeld ook een synoniem voor ‘sterven’, voor de totale overgave aan de ander, voor het opgeven van jezelf. En ik leerde hoe ik daar niet bang voor hoef te zijn. Er bestaat niets mooiers dan sterven.

Zee van Zielen
Van de beginfase van deze oefening herinner ik me vooral de doordringende geluiden: langgerekte zuchten, onophoudelijk kermen, kreunen, korte gillen, gierende uithalen, maar het kermen en kreunen, en dat kermen vooral … ik luister met de ogen dicht terwijl ik mezelf in de oefening zwoeg (ademen kan behoorlijk vermoeiend zijn). Mijn ademhaling neemt het over van het denken en ik glijd een slagveld van stervende soldaten in … Zo moet de zielenwereld er uit zien: een zee van kermende zielen, wachtend om in een lichaam gestort te worden. Ze golven en buitelen in en om elkaar heen, en hun enige manier van communicatie is het kermen. En ik besef: dit is het meest natuurlijke, meest menselijke geluid. Het borrelt op vanuit de diepste holten van ons lichaam. Het is het enige dat ons rest wanneer alles wegvalt en we op de rand staan van de dood. Het is geen pijnlijk of angstig of vervelend geluid, het is gewoon … geluid.  
Ik glijd dieper de meditatie in en voel een enorme druk op mijn borst. Mijn hart gaat openknallen, het doet zo’n pijn, ik heb geen lucht meer, ik kan niet verder, ik moet nu ophouden. Een enorme golf van oud verdriet komt aanrollen en ik ben doodsbang dat ik dit nooit, neen nooit helemaal in het gezicht zal kunnen kijken en ik word nog banger, nog banger voor die alsmaar groeiende golf. Ik hoor mezelf naar adem happen om dan een stukje los te laten: ik huil met lange diepe halen. Hariprem hoort dit en knielt naast me neer. Ik houd mijn ogen gesloten. Hij buigt zich over me heen en huilt met me mee. Snikkend, in het ritme van mijn diepe halen. Alsof hij helemaal in mijn ziel kruipt en zich één maakt met mij.
‘Laat los’, zegt hij, ‘er zit nog verdriet. Laat het los.’ Ik voel een hand op mijn borstkas. De hand maakt draaiende bewegingen, zet de kraan van mijn hart open. Een waterval aan tranen stort zich neer.
‘Nu moet je doorgaan. Blijf ademen, niet stoppen. Hier moet je door.’
‘Ik kan niet meer!’
‘Laat los!’ en op dat moment wordt de druk op mijn borst onhoudbaar groot. Een explosie. Mijn hart in tienduizend stukjes. Ik los een laatste diepe zucht en val
val
val
val
het donker in, een enorme zwarte ruimte waar tijd niet bestaat, een plek ver weg waar ik was voor ik op deze aarde viel, in een zee van kreunende zielen en er is  alleen water – water -  water en gedempt geluid. Ik voel hoe Hariprem mijn bovenlichaam oppikt, mij rechtop zet en ik drijf ergens in dat lichaam maar ik vind niet de kracht om het te bewegen, ik ben een levenloze lappenpop, ik ben nog niet dat lichaam en ik wil dat ook niet zijn want ik drijf hier goed in die waterige wereld - maar plots is er die verre stem die zegt dat ik moet ademen -maar ik weet niet meer hoe want het water verdwijnt – ik word naar het licht gezogen, getrokken, gesleurd – en ik wil niet -  ik stik – stik –stik – in mij bestaat alleen dat vreselijk gebrek aan lucht en dan een nieuwe explosie, mijn borstkas spert zich open als een hongerige mond, zuurstof jaagt zich mijn longen in – ik hoest en gorgel en spuug en o die pijn, zo’n vreselijke pijn dat ik moet krijsen – en ik laat een enorme gil zoals ik er nooit een tweede zal kunnen lossen –

Ik voel twee armen rond mijn slappe bovenlichaam en een stem die zegt ‘ik ben nu je moeder’ en ik die niet kan ophouden met huilen, niet kan bewegen en mijn hulpeloze hoofd tegen een borst aanleg. Als ik een tijd later mijn ogen open, kijk ik een nieuwe wereld in. Ik stierf en werd opnieuw geboren.

‘Hoe deed je dat?’ vraag ik hem later.
‘Wat?’
‘Zo meeleven met anderen. Zo intens huilen als je deed, samen met mij.’
‘Ik doe niks.’
‘Je laat het toe?’
‘Zoiets. Als ik mijn hart open zet, word ik één met de ander, en voel ik perfect wat hij of zij voelt. Op deze manier kan ik mensen helpen. Als ik op een afstand zou staan, word ik de therapeut. Dan zou ik gaan bedenken en raad geven en oplossingen aanreiken, en dat wil ik niet.’
‘Therapeuten geven inzicht in denkprocessen’, zeg ik.
‘Precies. En ik ondersteun het emotionele proces, of ik breng het op gang.’

1 opmerking:

  1. Dacht dat je geen tijd meer zou hebben om te schrijven, maar je bent anders weer heel goed bezig. Kon weer amper bijhouden, deze avond efkes inhaalbeweging gedaan. Vind het leuk dat je zowat dezelfde lessen en boodschappen tegenkomt die ik de voorbije tijd allemaal mocht tegenkomen. Veel herkenning dus. ps: Helemaal niet erg dat er herhaling in zit, das meteen al een geruststelling voor mogelijke herhalingen van mezelf in reacties op je blog :-)
    Ik vind het vooral mooi en fijn dat jij ook ontdekte dat uiteindelijk alles één is.
    Peter

    BeantwoordenVerwijderen