Translate my blog

vrijdag 20 april 2012

Vrije liefde


Winterlaarzen en toch strand - Ikaria in april!

‘Ik geloof in partnerrelaties die gebaseerd zijn op totale vrijheid. Free spirits. Vrije zielen. Alleen vrije zielen kunnen elkaar in de kern ontmoeten. Precies omdat ze niets van elkaar verlangen. Ze willen niet oordelen of in een hoekje duwen.’

Aan het woord: Ikaros, een jonge dertiger, genoemd naar het eiland waar ik nu verblijf. We zitten op een paasfeest. Een veertigtal mensen zitten rond lange tafels geschaard met daarop varken van het spit, brood, wijn. Ikaros geeft woorden aan een concept dat ik heel graag wil begrijpen maar waarover zodanig veel misinterpretaties over bestaan ik niet meer begrijp wat het precies inhoudt. Is het een vrijgeleide voor ‘doen waar je zin in hebt’? Zijn er grenzen aan die vrijheid? Of: is het een jammerlijke poging me te versieren?

Ikaria staat wijd en zijd bekend om de tolerantie van de bewoners. Je godsdienst? Je politieke overtuiging? Niemand maalt er om.  Dit is bijvoorbeeld één van de weinige Griekse eilanden waar een vrouw zonder probleem in haar eentje in een ouzeria of kaffeneio kan zitten én bovendien een drankje kan bestellen zonder daarbij aangestaard te worden door het –overwegend mannelijke- publiek. In Ikaria staan man en vrouw min of meer op gelijke voet.   

Over de jaren heen heeft de buitenwereld deze tolerantie een tikje ruimer geïnterpreteerd: rond het concept ‘vrije liefde&Ikaria’ is er een heuse cult ontstaan. Tijdens de zomermaanden zakken duizenden rugzaktoeristen (voornamelijk uit de Griekse grootsteden, o.a. Athene en Thessaloniki) af naar Ikaria. Ze komen voor datgene waarvan ze denken dat het hier in Ikaria om gaat: vrijheid in de liefde. En ‘liefde’ lees je dan als ‘seks’. Ze hebben dat ‘van horen zeggen’, en die wijsheid zetten ze op de vele panagiria hier om in de praktijk. In de bossen rondom de panagiria: neukende paartjes alom. En je hoeft daar echt geen bril voor op te zetten. En dat de plaatselijke mannen blij zijn met de karrevrachten aan vers vrouwelijk vlees, is een publiek geheim. Wat de eilandvrouwen hierover denken, werd me pas na een gesprek met de plaatselijke psycholoog duidelijk: ze slikken en zwijgen. Of ze slaan evengoed een buiteneilandse man aan de haak (en ook hier zwijgen ze over).

‘Mooi in theorie’, zeg ik tegen Ikaros, ‘maar laten we een kat een kat noemen en in zulke dingen niet al te romantisch zijn. Bedoel je dat je, zoals veel mannen hier, een vrijgeleide wil tot heftige neukpartijen?’

‘Neen!’ klinkt spontaan het –verrassende- antwoord. ‘Dat is een typische puriteinse, erg beperkte visie, dat is het idee van de zomertoeristen. Vrije liefde betekent veel meer dan vrije seks. Het heeft alles te maken met het loslaten van bezit: mensen kunnen elkaar niet of nooit bezitten. Vrije liefde is geen synoniem voor het hebben van veel partners tegelijk. Je kan bijvoorbeeld kiezen voor één vrouw, maar haar wel de keuze laten of ze jou ook als enige wil kiezen. Je mag dat niet bij voorbaat van haar verwachten. Je mag ook niet gaan verwachten dat ze zichzelf helemaal in het teken van jouw leven, jouw interesses, jouw verlangens gaat zetten. De fout die we vaak maken als we een partnerrelatie aangaan, is dat we het samen hebben van een huis, op gelijke voet stellen met het hebben van elkaar. Je kan mensen niet bezitten, niet in een keurslijf dwingen.’
‘Maar we kunnen ons leven toch wel in het teken van de ander zetten?’
‘Ja, maar dat is dan jouw vrije keuze. En nogmaals: dan mag je dat niet als vanzelfsprekend beschouwen dat je partner dat ook doet. Jezelf in het teken van de ander zetten is echt niet evident. Uiteindelijk wreekt zich dat, want in realiteit verloochen je jezelf.’
Juist’, zeg ik, en dan probeer ik volgende gedachte uit. Stel dat ik een man zou ‘hebben’ (ook al in mijn woordkeuze druk ik bezit uit). Stel dat ik ontdekken zou dat hij de lakens deelt met een andere vrouw. Dan is dat zijn keuze. Deze ontdekking zou mij pijn doen vanuit de gedachte dat hij mijn bezit is (zijn lichaam is van mij! zijn liefde is van mij!). Maar als ik dezelfde ontdekking zou doen vanuit de gedachte dat hij mijn bezit niet is, en dat ik hem daar de vrije keuze in laat, ontstaat er misschien iets veel mooiers: de pijn van het verlies van bezit vervaagt.

Ik laat de gedachte los.
‘Liefde kan je niet bezitten’, zeg ik.
‘Neen, gelukkig niet. Echte liefde moet je delen, precies omdat het te groot is om alleen voor jezelf te houden.’
‘Het idee blijf toch moeilijk’, zeg ik, ‘misschien ben ik te jaloers, is mijn vertrouwen te klein.’
‘Vanuit wantrouwen word je bezitterig, inderdaad. Vertrouwen brengt een enorme vrijheid met zich mee. Vertrouwen in het leven. En in elkaar.’
‘Onvoorwaardelijk’, doe ik er een schepje bovenop.
‘Yep.’

Wat later raak ik in een lang gesprek verwikkeld met twee Atheense vrouwen. Plots verdwijnt er eentje. Naar de keuken toe, wat te drinken halen, even een ander gesprek aanknopen, denk ik in mijn onschuld. Een andere aanleiding had ik niet gezien. In werkelijkheid gaf ze een veel fysiekere invulling aan haar verdwijnen. De volgende dag –ik ontmoet haar op het strand- schrik ik me een bult. Ze had een fijne nacht achter de rug, met jawel, ‘uitwisseling van lichamen’. Hoezo had ik dat niet gezien? En wanneer dan? En met wie? Vooral op mijn laatste vraag, bleef ze me het antwoord schuld. Ik verbijsterd. Hoe had ze me dat geflikt? Want in mijn herinnering was ik zowat de hele tijd met haar in gesprek geweest.
‘Weet je nog dat ik even naar buiten ging om sigaretten uit mijn auto te halen?’
‘Ja’, zeg ik.
‘Wel, toen’, zegt ze. En dan trots: ‘Een late twintiger. En het moet gezegd: een jongere man is verbazend geweldig.’
‘Maar je was zo snel terug?’
‘Nee hoor. Dat is waarschijnlijk omdat jij helemaal opging in het muziek maken.’ Voor alle duidelijkheid: ik zat ondertussen naarstig onschuldig te kloppen op een tamboerijn, geprangd tussen een talentvolle violist en een niet onknappe bouzoukispeler.
‘En? Mag ik weten wie?’
‘Neen’, zei ze, ‘dat moet geheim blijven.’

Vrije liefde ontwikkelt zich razendsnel.
Vrije liefde gaat onopgemerkt.
Over vrije liefde die in de praktijk wordt gebracht, wordt gezwegen.

En de andere vrouw? Zelfde verhaal. Alleen had ik het bij haar wel voelen aankomen. Niet voor niets zag ik achter alle ruggen heen een hand voortdurend over haar onderrug strijken. ‘En?’ vroeg ik ook haar de volgende dag.
‘Bwah.’

Uiteraard vraag ik me nu af welke verhalen de andere vrouwen –nog zo’n vijftiental aanwezig op het feest- aan hun lijf hebben geplakt? 

Wie ging met wie naar huis? 
En wie houdt waarover zijn mond?
En worden ze daar nu echt gelukkiger van?

1 opmerking:

  1. We zullen er wellicht nooit uitgeraken als mens in zijn geheel; maar het is wel duidelijk dat iedere persoon voor zich zijn keuze maakt, en dat is misschien maar goed ook. Toch mooie gedachtengangetjes van jou; er staan nog veel vraagtekens in de tekst ...x enjoy Ikaria !!

    BeantwoordenVerwijderen