Translate my blog

woensdag 29 december 2010

Soms mis ik ruimte

Kat in doos: verboden dicht te vouwen!
Ruimte heb ik broodnodig. Nu kan je zeggen: 'jawadda, wie niet?' Maar ruimte en ruimte is niet hetzelfde. Mijn lijf heeft ruimte nodig om in te bewegen, en in mijn hoofd, vooral in dat hoofd, heb ik véél ruimte nodig. Emotionele ruimte, psychologische ruimte, noem het hoe je wil, maar als ik geen ruimte krijg, word ik zo onrustig en jankerig als een kat in een gesloten kartonnen doos. Nu ik al een hele tijd een 'logeermens' ben en mijn eigen huis moedwillig heb afgestaan, besef ik regelmatig welke plaats 'ruimte' inneemt in mijn leven. 


Over ruimte in vierkante meters: ik logeer in huizen van anderen, het ene huis al volgestouwder dan het andere. En ik vind het helemaal niet erg om uren en dagen tussen spullen van anderen te bewegen, maar als ik niet de vrijheid heb om me volgens mijn eigen impulsen te bewegen en geacht wordt me te voegen aan de huiselijke regels en gezette tijden, nu ja, dan word ik kregelig.  Want dan mis ik de ruimte.
Laatst logeerde ik een huis waar er speciaal voor mij ruimte was gemaakt: lege kleerhangers, lege lades in kasten, een opgemaakt bed ... kortom een verwelkomende leegte, speciaal voor mij. Innerlijk huilde ik dankbaar, want die lege lades symboliseerden een groter goed: ruimte die alleen ik mocht innemen. 

Zo logeer ik af en toe ook in het ouderlijk huis, tussen herinneringen en oude gewoontes. Ik word geacht en er wordt verwacht. Drie dagen hou ik dat vol en dan moet ik weer mijn stad in, de plek waar ik door de jaren heen mijn persoonlijke ruimte creëerde. En nu kan ik daar het cliché opkleven dat het sowieso geen goed idee is om op je vierendertigste weer bij je ouders te logeren, maar ik wil daar aan toevoegen dat ik nu eindelijk ook weet waarom. Het heeft minder te maken met wie mijn ouders zijn (schatten van mensen), dan wel met wie ik zelf geworden ben. Ik pas niet meer in het plaatje dat ik van mezelf had als kind, als opgroeiende tiener in dat huis. Nu, na vijftien jaar uithuizigheid, beweeg ik nog steeds volgens dezelfde patronen in dat huis: ik grijp blindelings naar glazen en borden en dek de tafel zoals ooit, ik zet slappe koffie, snijd het brood aan en bewaar de kruimels voor de kippen, ik weet hoe ik de lakens moet vouwen en hoe ik de wasmachine aanzet, wanneer er gestofzuigd moet worden en wanneer het etenstijd is, om hoe laat de krant in de brievenbus zit en op welke tafel ik de bijhorende brieven moet leggen, om hoe laat 'Thuis' begint en op welk volume welke radiozender moet staan, en deze oude gewoontes zouden rust kunnen geven, maar dat doen ze dus niet. De volwassen vrouw die ik vandaag ben, vindt in deze gewoontes, in dit huis, niet meer de ruimte die ze nodig heeft. 

Hetzelfde geldt voor andere plekken waar ik zonder het te beseffen, 'uitgroeide'. Ooit begon ik in het onderwijs met het idee dat dat één van de weinige jobs is waarin je vrij kan bewegen, waarin je je eigen ruimte volledig naar eigen behoefte kan invullen. Over de jaren heen ben ik echter vaak gebotst op het tegendeel: het gebrek aan ruimte. Letterlijk, want het schoolgebouw heeft nu eenmaal een ruimtetekort en iedereen botst in de gangen zowat tegen iedereen aan, maar vooral in de figuurlijke zin. Nooit gedacht dat ik me zo kon gaan irriteren aan het strakke ritme van de schoolbel, het ingesnoerd zijn in een keurslijf van telkens 50 minuten. Ja, ook daar mis ik soms ruimte.
Nu ik in loopbaanonderbreking ben, voel ik me geweldig, precies omdat ik kan gaan en staan waar en wanneer ik wil, kan leven op mijn ritme (dat doorgaans veel trager ligt dan het jachtige werkleven), en tijd kan maken voor mensen en dingen. Ja, ik schonk mezelf dit jaar het heerlijkste cadeau: een enorme portie ruimte.

1 opmerking:

  1. Het onderwijs mist speelsheid.
    Stapte onlangs ook in het systeem, ook omdat ik van vrijheid hou en dacht er mijn ding te kunnen doen, maar die bel .... en je bent zo weer vergeten....
    Gelukkig kan ik nu twee uur na elkaar geven.. Dat is toch al ietsje anders....
    Contact maken met de ziel lukt echter beter in andere omgevingen.

    Peter

    BeantwoordenVerwijderen