On the road - Ikaria |
Hoe gelimiteerd het menselijk denken is,
ondervond ik anderhalve maand geleden in India, op het moment van een
beslissing. Ik moest een keuze maken: ga ik terug naar België of niet? Wat me het meest aan keuzes irriteert? Dat ik onmogelijk kan bedenken wat de gevolgen van die keuze zullen zijn. Ik probeer het nochtans, dag en nacht als het moet, om alle mogelijke scenario's uit te dokteren. Schiet ik daar wat mee op? Neen. Tuurlijk niet.
Ik maakte de hele denkoefening: ik vertrek vanuit India naar Sri Lanka. Daar blijf ik een maand in een meditatiecentrum. Daarna ga ik rondtrekken in Nepal voor nog een maand of langer, om dan ergens half mei terug te keren naar India, en van daaruit weer naar huis. Maar plots werd ik overvallen door angst, leken die extra drie maanden ab-so-luut onoverbrugbaar. Iets lokte me naar huis. Alsof ik enkele belangrijke dingen te regelen had. Wat in zekere zin ook wel zo was.
Zoals reparaties aan mijn verhuurde woning, bijvoorbeeld. Of mijn werk (dat ondertussen al twee jaar op me wacht). En beslissingen over mijn huis en mijn werk wilde ik vanuit België maken, en niet vanuit India. Alsof ik eerst weer aan mijn lijf wilde voelen wat ik achterliet.
In mijn paniek over al deze te nemen beslissingen –ik dook er volledig in, alle negatieve twijfelgedachten overspoelden me in alle hevigheid - wist ik niet op welke manier ik moest luisteren naar mijn paniek.
Uiteindelijk, na een week twijfelen, het uitzoeken van visa's, het aankopen van een ticket India-Sri Lanka (weggegooid geld dus, want heb het nooit gebruikt), besloot ik om toch weer naar huis te keren en ‘de dingen’ te confronteren.
Dat wat gerepareerd moest worden, repareerde ik: een scheurtje in een muur, een scheve lade in een kast, een losgekomen vloerplint, een haperend slot aan een deur. Dat wat geordend moest worden, ordende ik. Rekeningen, verzekeringen, aanvragen, belastingen. Belangrijk? Neen, deze dingen niet. Wat dan wel? Werk. School. Mijn job als leerkracht Nederlands. Eens thuis, begreep ik dat ik thuis moest zijn om hierover een goede beslissing te maken. Om te voelen wat ik niet bedenken kon. Ik maakte een keuze door eerst weer contact te maken met wat was: school, collega's, directie. En dit lijfelijk contact (horen, zien, proeven, voelen ... alle zintuigen tegelijk) had ik nodig om mijn beslissing honderd procent te voelen. Want zo ben ik: ik moet kunnen voelen. Ergens heen stappen en voelen of het goed voelt. De dingen uitdenken kan ik niet, precies omdat ik niet, nooit, never helemaal precies kan uitdenken wat met mijn beperkte hersenen niet voor te stellen valt.
Eerst voelen. Dan beslissen.
Aan het eind van een reeks grote en kleine beslissingen zette ik me in de woonkamer van mijn ouders aan een grote tafel. Ik stalde de toegestroomde papieren voor me uit. Ik perforeerde gaatjes in elk blaadje papier dat me de voorbije maanden werd toegestuurd. Dan stopte ik ze één voor één in gekleurde ringmappen: rood voor geldzaken, geel voor verzekeringen, blauw voor werk. Zo controleerde ik het leven dat voor mijn neus en tegelijk mijlenver van me af lag.
'Het leven leidt me in richtingen die mijn denken niet kan voorzien', kriebelde ik in mijn kleine notitieboekje. En het is waar: het menselijk denken is zo gelimiteerd. Nooit kan het bedenken wat zal zijn. Het kan slechts vertrekken vanuit het nu en fantaseren. Maar de werkelijkheid gaat altijd zo veel verder dan wat ik zelf kan bedenken.
Heb ik nu spijt van mijn terugkeer? Neen, ik probeer geen spijt te hebben van mijn keuzes, ook al vind ik dat soms moeilijk. Nu ben ik in Ikaria. Ik had evengoed in Nepal kunnen zijn. En over een week of drie vertrek ik naar Lesbos. Terwijl ik ook graag in Italië ben. Maar op drie plaatsen tegelijk kan ik niet zijn. Misschien in juni nog Italië. Misschien, want dat vraagt weer vermoeiende nieuwe beslissingen. Nu eerst zijn waar ik ben: in Ikaria. In Sourta Ferta, de ouzeria van mijn buurman Adonis. Hij draait een sandwich om in de grill en serveert koffie. Ik schrijf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten