Ikaria, juli 2009 |
WIND
hij heerst over mijn land mijn lichaam
fluistert me watersprookjes toe
hij beschermt me tot daar en verder
en nooit, neen nooit mag ik
zo wervelt hij: ik hoest seizoenen langs je lijf
maar ik verbied je te buigen
gehoorzaam en ik strijk je zijden zacht
recht je stam kruip je wortels in
zo ben ik. ik hou mijn wortels in
mijn land is schraal wanneer hij komt
onstuimig als een lentekind rent hij
de heuvel op, zucht doffe liefdesverzen
schudt weke schubben op mijn stam
kust met zilte tong verlegen bloesem
’s winters aanvaard ik zijn stoten
de wilde klappen op mijn kruin
de ijzeren vingers om mijn keel
zijn graven naar wat warmte was
verstild onder mijn voet mijn voelen
bedekt door sneeuw en ijs
en nooit, neen nooit
zo gaat het. het zou wennen. en toch
ik heb artrose in de stam. mijn land
loopt leeg. zo graag zou ik buigen
mijn kruin in kale aarde leggen.
Joey, 2009
waw. Wat een diepgaand gedicht.
BeantwoordenVerwijderen