|
Ikaria |
Ikarioten hebben een voorliefde voor plagerijen. Hun krachtmetingen gebeuren niet via de vuisten, maar via de taal. Het is een hersenoefening, een denkspel, en je krijgt er krakende hoofdpijn van.
Ikarioten spreken in zodanig verwarrende zinsneden tegen je, dat je geneigd bent het gesprek na enkele minuten op te geven: ’t is al goed, je hebt gelijk. Maar dan zijn ze teleurgesteld. Ze willen geen gelijk, ze aanvaarden geen overgave, neen, ze willen vurige reacties, jammerende uithalen en als het even kan willen ze je zover krijgen dat je je totale zelf laat zien. Want dat is het enige doel van alle plagerijen: weten hoever ze kunnen gaan. Ze gebruiken de taal als instrument voor het ontdekken van je kern.
Als je in een gesprek jezelf met de glimlach recht kan houden, ben je oké. Want wie helder en razendsnel kan denken, en bovendien snedig en glimlachend reageert, bezit een goed hart. Dat is de filosofie waarin ze heilig geloven.
Een echt Ikariotisch hart heeft geen ego met lange tenen, is niet achterdochtig, heeft geen geheimen en velt geen pasklare oordelen over anderen. Echte Ikarioten worden tijdens plagerijen zelden boos, huilerig of agressief. Let wel: het is vooral een mannending. Maar ook nieuwkomers, zelfs al zijn ze vrouw, moeten eraan geloven. Ook ik.
Buitenlanders (dit betekent ‘alles wat buiten de grenzen van Ikaria ligt’, dus ook Grieken van het vasteland) zijn niet vertrouwd met deze plagerijen. Ze kunnen maar niet begrijpen dat hun mentale flexibiliteit in het postkantoor, bij de kruidenier, in het café of op restaurant voortdurend op proef wordt gesteld. Het is niet zelden dat Atheners of andere vakantiegangers zich verlagen tot fysieke dreigingen en uitdagende gebaren. De Ikarioten gaan hier meestal niet op in, en wandelen glimlachend weg van het geplaagde heethoofd. Als er al een idioot van een dronken Ikarioot toch zijn vuisten gebruikt, staan er meteen tien anderen rondom hem om de vechters uit elkaar te trekken. Ja, Ikaria is een vredelievend eiland, en dat willen ze het liefst zo houden.
De plagerijen gaan ver, erg ver, maar zijn nooit rechtstreekse aanvallen op je persoon. Door je reactie toon je zelf hoe je in elkaar zit. De kunst bestaat er dus in jezelf niet te snel bloot te geven, jezelf niet te verraden. Een glimlach opzetten, ook al komt die niet recht uit je hart, is het beste wat je kan doen.
Ook ik heb al veel geglimlacht. Tot nu toe om een heel andere reden: ik begrijp nog weinig van wat ze zeggen. Wie grapjes maakt met mij, moet er alleszins van overtuigd zijn dat ik een mentale superkracht bezit: ik glimlach altijd.
Ilias, mijn Griekse liefde, is een goede leermeester. Wij spreken Engels onder elkaar en hij vertaalt voor me wat anderen zeggen. Zelfs in het Engels plaagt hij me voortdurend. In het begin reageerde ik erg voorzichtig en soms gelaten op zijn uitspraken. Ik vond het moeilijk onderscheid te maken tussen waarheid en grap.
‘Are you serious? Meen je dit nu?’ vroeg ik hem vaak. Nu weet ik dat hij gewoon uit is op ‘een’ reactie, om zo te testen hoe ver hij kan gaan vooraleer ik bovenop mijn paard zit. Nu doe ik mee, en ben ik hem snel van antwoord. En pas als geen van twee nog een antwoord kan verzinnen, houden we ermee op. Erg amusant, zo’n plagerijen, en een ideale manier om een ochtendhumeur, dagelijkse sleur of avondlijke vermoeidheid te overwinnen.
Zo moeten ze zich door de eeuwen heen geplaagd hebben. Het is hun overlevingsstrategie voor barre eenzame winters, aanhoudende armoede en ja, waarom ook niet, voor slechte huwelijken.