Translate my blog

maandag 12 maart 2012

Kutmagische dag

foto uit een oude doos

 Vandaag wilde ik graag een oude vriend verrassen. Ooit waren we twee handen op een dichterlijk vergroeide buik: we schreven elkaar brieven, mails, tekstberichten, poëzie. We leefden als tweelingzielen in elkaars hoofd, en bliezen woorden nieuw leven in. Nu hadden we elkaar in geen tijden gezien. Vorige week las ik in een e-mail dat hij niet stil had gezeten: hij debuteerde met een prachtige dichtbundel, en vandaag zou hij op een boekhappening in Gent daaruit voorlezen. Ik wilde graag in het publiek zitten. Waarom? Om opnieuw zijn woorden te horen. En uit nostalgie: ik wilde graag dat oude stukje 'ons' herdenken, herkennen. Ik had zo'n donkerbruin vermoeden dat ik ergens, diep verborgen in zijn zinnen, nog leefde. Het hele idee betekende voor mij:  treinen van Turnhout tot Gent. Een traject van twee uur. Okee, dat had ik er voor over. Maar dat was buiten de grillen van het lot gerekend. Iets of iemand legde me van bij mijn vertrek handbrede duimen in de weg.

Kutdag
'Jezus, het wordt weer zo'n kutdag', dacht ik. Je kent dat wel, zo'n dag waarin je op alles wil vloeken.  Wat je ook onderneemt, het is bij voorbaat gedoemd om te mislukken. Ik miste de trein. En het was niet zomaar gemist: het was een uiterst frustrerend gemis: ik had net vijf kilometer hard gefietst en nu stond ik met dat fietsje voor neergehaalde slagbomen. Uiteraard moest ik aan de overkant zijn. 'Ik wou dat ik in India was', dacht ik. Daar zou ik als een aapje met mijn fiets in de armen geklemd aan één of andere wagon zijn gaan hangen. Waarom? Omdat daar alles kan. Omdat je daar niet voor gek wordt verklaard als je zoiets ont-zet-tend ge-vaar-lijks doet. Dus: ik staarde de trein na. Brulbellen en seinlichten overstemden mijn inwendig gevloek.

Dan maar met de bus naar Antwerpen. Kon ik daar alsnog een andere trein naar Gent nemen. Maar omdat het een kutdag was, was de kans groot dat ik ook die bus op een haar na zou missen. Had ik dat maar niet gedacht ... Het gevaar aan gedachten is immers dat als je iets denkt, dat het dan ook waarheid wordt. Enfin, zo werkt dat meestal bij mij. En ja hoor ... mijn doemgedachte was nog niet koud of daar zag ik een bus aan komen rijden: Antwerpen!
Eén seconde twijfelde ik: 'Dit haal ik nooit want moet fiets parkeren-in-het-slot-leggen'.  En bijna was dat een seconde teveel.  'Gotcha!' riep ik luid terwijl ik op het nippertje de bus in sprong, mijn tas van mijn schouders viel en ik hoog opgetrokken wenkbrauwen kreeg van de dienstdoende chauffeur. En mijn fiets? Geen zorg, die lag in een zeven-haasten-slot.


Magie
In Gent wist ik niet welke tram.
'Meneer, mag ik wat ...?'
'Sorry, I can't help you', was het barse antwoord.
Dan een jonge vrouw proberen: 'Weet u ... ?'
'I don't speak ...'
'Ach, laat ook maar', zei ik, en belde prompt een vriendin. 'Kan je even voor me opzoeken welke tram ik op moet?'
'Je huiswerk niet gemaakt?' zei ze. Toch wel. Huiswerk gemaakt en op een roze memobriefje alle nodige bus- en tramnummers geschreven. Briefje op de keukentafel vergeten. Perfect normaal voor een kutdag als deze.

Na drie en een half uur onderweg: bestemming bereikt. Rijkelijk te laat voor de lezing die ik had willen bijwonen: die was al een dik half uur bezig. In gedachten haalde ik mijn schouders op. Dan was het maar zo. Ik haalde mijn ticket af, zocht de vestiaire en vroeg om de toiletten. Nu ik nergens meer hoefde te zijn, had ik zeeën van tijd en ik wilde in alle zalen uitgebreid de uitgestalde boeken bekijken. Maar toch. Ergens klopte dit niet. Zou ik toch niet ... ?
'Mag ik de zaal nog in?' vroeg ik aan een roodgestifte jonge vrouw die onderaan de trappen wat verveeld voor zich uit zat te staren.
'Geen probleem', zei ze terwijl ze me naar de deur begeleidde en die voor me open hield, 'maar de lezing loopt naar het einde toe, dus ...'
'Weet ik', zuchtte ik terwijl ik behoedzaam de zaal in sloop, 'je hoeft het me niet te vertellen.'

En toen hield ik op met denken, praten, stappen, zitten, ademen, zijn. Ik hoorde één dichtregel en ik wist: het moest zo zijn. Deze hele kutdag stond in het teken van dit ene, goddelijk intense, twee seconden lange moment. Geen enkel ander moment had perfecter kunnen zijn: ik verscheen in het deurgat precies en op het enige moment dat ik in luid gelezen dichtregels verscheen.

Dat noem ik magie.

De dichter in kwestie zei me achteraf dat hij dacht dat het om een verschijning ging. 'Het kon niet', zei hij, 'dat je de zaal in kwam precies op het moment dat ik je las. Het kon niet. En toch was het waar.'



3 opmerkingen:

  1. Hi, Joey B. Thank u for letting me read your blog. I most admit that your romantic eye is insp for me. Love to all, light to all and truth above all. Edgar your tantric friend.

    BeantwoordenVerwijderen