|
wachten op trein in donker station - India |
Ik ben uit een schelp gestapt.
Ik heb vijfendertig huiden afgelegd –eentje voor elk jaar dat ik leefde.
Nu ben ik een slak zonder huis, een mens zonder huid.
Een pasgeboren baby.
Naakt. Hulpeloos.
Naakt reizen is erg verwarrend en spannend. Tientallen nieuwe huiden, huizen
en mogelijkheden passeren de revue. Ik word me erg bewust dat het ene leven dat
ik leid, nog ettelijke andere potentiële levens in zich draagt. En ik vind het
vreselijk jammer dat ik nooit al mijn potentiële levens zal kunnen leven.
Uitnodigende landen (zou ik hier willen wonen?), openhartige mensen (zou
ik in deze kring een leven willen opbouwen?), veelbelovend werk (zou ik dit
werk kunnen of willen doen?) en ik kan maar niet kiezen welke huid ik zal
omslaan of welk huis ik vanaf nu op mijn rug wil dragen. En het niet kunnen
kiezen veroorzaakt letterlijk elektriciteit in mijn lijf: spanning, stress want
ik moet keuzes maken. (o ja? Van wie?) Ik moet een lijn uitzetten, een doel
hebben en ervoor gaan. (o ja? van wie?)
Waarom zou ik me in een nieuw huis dwingen? Ik ben net naakt. Laat ik
even genieten van die naaktheid. Naakt rondhuppelen en voelen hoe dat is. Gewoon mijn Zelf zijn, zonder iets, met alles.
Of zoals iemand me onlangs zei: ‘Probeer gewoon te zijn in India. Forceer je niet in beslissingen. Verwacht niets.
Zijn. Gewoon zijn. En ik ben ervan overtuigd: al je antwoorden staan klaar
achter de hoek. Ze wachten slechts op het juiste moment om zich aan je te
tonen.’
Waar komt mijn naaktheid zo plots vandaan? Wat deed ik om me zo verloren
te voelen? Antwoord: het afleggen van huiden ging niet zo plots. Het is een
proces dat al maanden aan de gang is.
Antwoord: meditatie en reizen.
Antwoord: door meditatie leren loslaten. Door te reizen anders leren
kijken.
|
onderweg van Tamil Nadu naar Goa - eerste etappe 6 uur op bus |
The purpose of meditation is to remove the skins or hides that obstruct
our experience of our true selves - which is the divine.
Het doel van meditatie is om alle dikke huiden die
de ervaring van ons ware Zelf -het goddelijke- in de weg zitten, te
verwijderen.
Loslaten van huiden.
‘Brrrrr, koud.’
Loslaten van alle dingen die een ruis in het denken kunnen veroorzaken.
‘Brrrrr, moet dat echt?’
Loslaten van kleine en grote verslavingen.
‘Brrrrr, en mag ik die dan vervangen door andere?’
Neen.
‘Brrr. Zo alleen. Had ik geweten dat ik me zo verloren zou voelen, was
ik er nooit aan begonnen.’
Echt? Dat geloof je toch zelf niet. De weg die je aflegt, was en is nog
steeds de enige mogelijke.
Meditatie en loslaten. Ik moest wel. Ik wilde komaf maken met een reeds jarenlang aanslepende depressie.
"A human being has so many skins inside, covering the depths of the
heart. We know so many things, but we don't know ourselves! Why, thirty or
forty skins or hides, as thick and hard as an ox's or bear's, cover the soul.
Go into your own ground and learn to know yourself there." (Meister Eckhart)
Een mens sleurt diep vanbinnen zoveel huiden met
zich mee. Huiden die ons hart bedekken, verstikken, verstoppen. We weten zoveel
dingen, maar we kennen ons Zelf niet. Waarom dertig of veertig dikke harde
olifantenhuiden om onze ziel wikkelen? Duik in je eigen kern en leer je Zelf
kennen. (vrij vertaald, Joey)
|
detail treinstation - onderweg |
Oppervlakteruis
Het eerste dat ik losliet toen ik voor een eerste maand
meditatieretraite koos: oppervlakteruis. Dit is mijn overkoepelende term voor kleine
en grote verslavingen zoals kettingroken, liters koffie, de regelmaat van de
‘sociale en dus onschuldige’ (?!) glazen wijn. Voor anderen is dat misschien
televisieverslaving, winkelverslaving, internetverslaving, roddelverslaving, telefoneerverslaving,
leesverslaving, sportverslaving … kortom al de dingen die je in overdrive doet met het enige (vaak
onbewuste) motief: ‘dan hoef ik het niet stil te maken in mezelf’.
Ik herinner me bijvoorbeeld hoe een openhartige, enorm gezellige, tikje
babbelzieke oudere dame me ooit zei op mijn uitspraak dat ik houd van lange badsessies:
‘Oei, oei dat is niets voor mij. Ik kan zo lang niet stilzitten. Zo alleen in
een bad … en geen muziek, echt helemaal stil? Neen, dan hoor ik mezelf te hard.’
Deze dame durfde de conversatie met zichzelf niet aan. En zal dat
waarschijnlijk nooit durven.
Pas nadat ik bewuster kon omgaan met mijn oppervlakteruis (ik rook niet
meer, drink geen koffie meer … ), kon ik dieper duiken. Huid na huid viel als
vanzelf af. Niet per se aangename huiden. Vaak stinkende, jarenlang ongewassen
huiden. Als ik er zo over nadenk onder welke huiden mijn kleine hart gebukt
ging, zou ik bijna hardop willen lachen. Uit ongemak. Vanuit een besef dat het
niet al schoon is wat mens is …
|
kraai in treinstation - India |
Verslaafd aan negativiteit
Hoe zien zo’n huiden eruit? Hangt ervan af. Dat is voor iedereen anders.
In mijn geval zijn het allerlei vastgeroeste gedachtepatronen en onbuigzame
gedragingen. Zo ontdekte ik bijvoorbeeld een verslaving aan negativiteit:
zelden was iets goed genoeg, en ik zou altijd de eerste zijn om kritiek te
uiten. Wat er ook gebeurde, waarheen ik ook ging, op één of andere manier
bekeek ik altijd eerst de negatieve kant van het verhaal. Ik communiceerde ook
vaak negatief. Mijn oppervlakkige sociale cirkel heeft dat niet in erge mate
ervaren, het zijn vooral de mensen die het dichtst bij me stonden die er last
van hadden: familie, partners. Nog iets
waarop ik me betrapte: hoe vaak ik in gedachten de vinger naar de ander of iets
anders wees. Kleine en grote levenstrauma’s, omstandigheden of situaties die je
een (niet gewenste) richting induw(d)en, onwetende leraars, hardvochtige werkgevers,
ouders, familie, onwrikbare partners … en in het ergste geval zelfs het barslechte
weer of de vreselijke hond van de buren. De ander had het altijd gedaan. Onbewust
was het mijn manier om aandacht te krijgen. Punt is dat het geen zin heeft om
met de vinger te wijzen: het verandert niets aan een situatie. Zolang ik zelf
niets onderneem, zal die vreselijke hond van de buren blijven blaffen.
‘Maar dat barslechte weer kan je toch niet veranderen?’
Neen. Niet het weer. Maar wel de manier waarop ik er mee omga. Ik kan er
evengoed om leren lachen.
Of zoals je zelfs de ergste herfstdag door een andere bril kan zien. Ik
herinner me hoe ik ooit uit het raam staarde: het was een miezerige, donkere,
grijze herfstdag. Ideaal scenario voor depressieve mensen zoals ik.
‘Probeer de dingen nu eens anders te bekijken’, zei ik tegen mezelf. En
het duurde even, maar ik bleef geduldig staren. Als vanzelf vernauwde zich mijn
blik. Ik zag hoe een merel een bad nam in een waterplas, hoe de overbuurvrouw
met haar rode paraplu kleur bracht in de straat, hoe een kleuter vrolijk aan
vadershand huppelde.
En het hielp. Doordat ik op positieve, mooie of kleurrijke details
focuste, verminderde dat ene grote doembeeld van de Grijze Herfstdag. Want ook
een Grijze Herfstdag is veel meer dan alleen maar Grijs.
|
onderweg met bus - pitstop voor 'chai' (thee) en plas ... in bos |
Maar even terug naar mijn verslaving aan negativiteit: omdat ik het leerde
stil maken in mezelf, werd ik plots geconfronteerd met al die negatieve
gedachten. Een heel leger stampvoette voorbij. Het ergste om onder ogen te zien
was dat niemand, behalve ik, die gedachten produceerde. Ik besefte:
‘Ik zit hier helemaal alleen.’
‘Niemand fluistert me deze gedachten in.’
‘De enige die al deze commentaren geeft en uitspraken doet in mijn
hoofd, ben ik zelf.’
En dan de zwaarste pil om te slikken:
‘Al jaren sta ik mezelf niet toe om vrolijke gedachten te hebben.’
Slik.
Nogmaals slik.
Ja, ik slikte deze pil. En voor lange tijd lag ze ontzettend zwaar op de maag.
Betekent dit nu dat ik dag in dag uit vrolijk rondhuppel en alle
negativiteit ombuig? Neen, uiteraard niet. Gedragingen en gedachtepatronen zijn
hardnekkige dingen. Ik doe mijn uiterste best om er bewuster mee om te gaan. En
stilte helpt. Veel stilte, zodat ik mezelf beter kan horen.
|
plafond van Indische trein |