de bewuste teamfoto: herken je me? |
Er
bestaan ontmoetingen die moeten
gebeuren. Ook op Facebook, ja. ‘Herkenning’ noem ik dat. Ik bedoel niet de
geijkte ‘spiegel’ (we spiegelen ons voortdurend aan onze relaties), het gaat me
om korte, plotse, onverwachte ontmoetingen die belangrijke gevolgen hebben. Soms hang
je na zo’n ontmoeting ongewild jaren aan elkaar vast. Soms verlies je door zo’n
ontmoeting precies dat wat je dacht dat voor eeuwig was: je huis, je geld, je
partner, je vertrouwen. Je ‘herkent’ iemand omdat je onbewust een boodschap draagt
voor elkaar. Toch?
Goed.
Zopas reisde
ik naar het ijskoude Litouwen. Reden: assisteren in een 7-dagen durende workshop
‘Komaf maken met je kindertijd’. Komt erop neer dat ik een kluitje volwassenen
(26 stuks) begeleidde in een intens proces ‘duivels in de ogen kijken’. Erg
interessant zo’n workshop, en vooral als je van buitenaf kan toekijken hoe dat
kluitje volwassenen huilt, krijst, danst, speelt, het kind in zichzelf kind
laat zijn en het eindelijk de vrijheid geeft die het altijd verdiende. Meditaties,
familieopstellingen, dans, primitieve gevechtskunst, het dagelijkse programma
is ontzettend druk. Let wel: alle activiteiten verlopen in stilte: zo kunnen de
deelnemers zich beter concentreren op hun innerlijk proces. Contact met de
buitenwereld (gsm, internet) is voor de deelnemers niet toegelaten. Contact tussen
begeleiding en deelnemers is enkel
toegelaten tijdens bepaalde sessies ‘waarin een minimum aan ondersteuning nodig
is’. Dat heet: uitslaande armen en benen in bedwang houden. Dagenlang zie ik
slechts het grote houten huis waarin we met zijn allen in stilte samenhokken.
En een eindeloze sneeuwvlakte buiten. Grondtemperatuur: vijftien onder nul.
Litouwen
dus. Omdat ik mijn voet in de buitenwereld niet geamputeerd wil, surf ik nog
voor het ontbijt op Facebook. Ik zie een aanvraag tot vriendschap van een Letse
vrouw, Karolina. Bruin lang sluik haar, harde kaaklijn, intense ogen, 35 jaar
oud. Haar naam zegt me niks maar we delen een vijftal oppervlaktevrienden.
‘Accept’, klik ik dan maar.
‘Ken
jij een Karolina uit Letland?’ vraag ik aan mijn Litouwse kamergenote, Aida. ‘
‘Nope’, murmelt Aida slaperig van onder
haar hoofdkussen, ‘ken ik niet.’
‘Whatever’, zeg ik, klap mijn laptop
dicht en vergeet de vrouw ogenblikkelijk, zoals ik veel Facebookvrienden doodgewoon
vergeet.
De
workshop eindigt in stijl: de deelnemers maken vuur in de sneeuw en verbranden
tekeningen, brieven, boosheid, frustratie ... hun gezichten gloeien van
blijdschap en opluchting en ook ik ben blij: dat ik hen mocht helpen in dit
proces.
Na
afloop komt één van de deelnemers, een uitzonderlijk lange man, naar me toe.
‘Dag
Juris’, zeg ik, want als begeleidster ken ik ieders naam, afkomst en leeftijd.
Hij is een Let en amper 28 jaar oud.
‘Dank
voor je hulp’, zegt hij.
‘Geen
dank.’
‘Je was
erg belangrijk voor me.’
‘Hoezo?’
‘Mag ik
je omhelzen?’
‘Gut’, zeg ik, vrijwel ogenblikkelijk
fout begrepen als ‘good’. Van zodra hij
mijn intieme halve meter grens overbrugt en zijn lange lichaam over mijn kleine
gestalte buigt, voel ik hoe elektriciteit van mijn voeten zich razendsnel opwerkt
tot voorbij dat punt op mijn kruin. Mijn knieën trillen alle kanten uit. Ik neem
een stap terug en hef mijn duizelende hoofd om deze reus van een man in de ogen
te kunnen kijken. In gedachten val ik
flauw: zuivere herkenning! Hij wendt zijn blik af en kucht wat ongemakkelijk.
‘Je gaf
me veiligheid’, zegt hij. ‘Als antwoord op je vraag, bedoel ik. Ik vond de
stilte moeilijk, en voor bepaalde oefeningen was ik doodsbang, maar als ik wist
dat jij ergens in de buurt rondliep, kon het me niet schelen. Je maakte me
rustig.’
‘O ja?
Tja ...’
‘Ik
vertrek onmiddellijk. Nog zes uur rijden voor de boeg. Blijf jij hier?’
‘Ja, ik
blijf nog een weekje plakken.’
‘We
gaan elkaar nooit meer zien, hé?’
‘Waarschijnlijk
niet.’
‘Geeft
niet. Heb het gevoel dat ik je al ken.’
Diezelfde avond nog open ik Facebook. Onmiddellijk
krijg ik bericht van Karolina, de Letse vrouw van enkele dagen geleden. Ze is
online.
‘Je had contact met Juris? Je hebt hem
goed geholpen?’
‘Wat bedoel je met ‘contact’?’, stuur
ik terug, ‘ik was assistent.’
‘Ja, dat weet ik. Ik zag de foto van
het team op Facebook en ik herkende je meteen.’
‘Hoezo je herkende me?’ typ ik,
‘Waarvan dan?’
‘Ik ben zijn vriendin. Wist je dat?’
‘Neen.’
‘Eerlijk? Wist je niets van me?’
‘Neen! Juris en ik spraken hooguit
twee minuten. Nogmaals: je herkende me?’
‘Van de foto.’
‘Ik begrijp
het niet.’
‘Ik had ’s
ochtends een visioen waarin ik jullie samen zag. Diezelfde avond zag ik de
teamfoto. Ik herkende je meteen uit mijn visioen en vroeg je vriendschap aan.’
‘Maar dat is
vijf dagen geleden!’
‘Ik zie
dingen.’
‘Kan je me dat
ff uitleggen? Hoezo je ‘ziet’ dingen?’
‘Het gaat om herkenning. Tussen jullie twee. Heel
sterk beeld was dat.’
Kut. Dat woord.
Ze gebruikt het ook.
‘Hij heeft me
verraden.’
‘Wat??????
Neen, dat heeft hij echt niet!’
‘Ik geloof in
wat ik zie. Ik ga het uitmaken met hem.’
‘Doe dat niet,
Karolina, dit is onzin. Je gebruikt mij als excuus.’
Dan probeer ik
haar uit te leggen dat ze de dingen in haar hoofd haalt, dat hij net een
moeilijk proces heeft doorgemaakt en dat hij haar steun nodig heeft en geen onnodige
jaloezie en ik typ de ziel uit mijn lijf om haar ervan te overtuigen dat ze het
fout heeft ‘gezien’. Tegelijk besef ik ergens ver weg dat ze het exact juist heeft gezien, maar hoe kan
ze dit geweten hebben ... ? Feit is: ik sta online
midden in een relatiecrisis waarvan ik buiten mijn wil om de schuld draag en ik
denk DIT IS BELACHELIJK VERMOEIEND, AFSCHUDDEN DIE HANDEL en dan moet ik
lachen. Bravo, Karolina, denk ik, ik wil ook jouw bril, zodat ik de dingen kan
zien nog voor ze gebeuren ... Twee uur
later klap ik mijn laptop dicht: ‘Dat ze het nu zelf maar uitzoeken.’
Twee dagen
later een laatste bericht:
‘Hi! Ter info: het is uit! Ik stuur Juris onze Facebookconversatie
door want ik wil geen misverstanden. Dank voor je eerlijkheid. Je leerde me een
belangrijke les. Misschien gebruikte ik je idd
als excuus. Sorry! Neem het me alsjeblief niet kwalijk dat ik je nu uit mijn
Facebookvrienden gooi.’
‘Geen probleem’, typ ik terug, ‘hoop voor jou dat je de
juiste beslissing nam.’
En stiekem ben
ik opgelucht dat dit bijzondere geval van herkenning geen kwalijke gevolgen had
voor mij.
geloof jij in helderziendheid want dat was het gewoon
BeantwoordenVerwijderenHet is inderdaad helderziendheid ja, ik gelooof dat er zo'n mensen bestaan
BeantwoordenVerwijderen