Arministis (Ikaria), oktober 2010 |
16 oktober landde ik weer in Zaventem, na exact acht dagen Griekenland – waarvan zes op het eiland Ikaria. Gevoel: alsof ik maanden was weggeweest. Vandaag, 19 oktober, is dat al helemaal anders: alsof ik nooit weer ben vertrokken. Alsof alles wat in die acht dagen gebeurde –het einde van een liefdesrelatie, het einde van een eilanddroom, het instorten van verwachtingen en hoop- nooit heeft plaatsgevonden. Goed dat ik nog tientallen foto’s heb genomen: het bewijs van fysieke aanwezigheid op Ikaria.
Arministis (Ikaria), oktober 2010 |
Eind augustus vloog ik België in, na twee maanden verblijf in Ikaria. Reden: intermezzo ZuiderZinnen. Eind september boekte ik opnieuw een ticketje enkel Ikaria, nam afscheid van vrienden en familie voor ‘onbepaalde tijd’. Ik wist dat mijn vertrek mogelijk niet voor lang zou zijn, maar er was nog steeds hoop: dat wij –Ilias en ik- de liefde terug zouden vinden…
Niet dus. En omdat bij het einde van een relatie de oppervlakte van een eiland te klein is, besloot ik zo snel mogelijk terug te keren.
Op 16 oktober om half één ’s nachts heb ik in de haven van Evdilos de boot genomen en me uitgestrekt op het vast tapijt, tussen de zetels, net zoals de andere passagiers. Dekentje over mijn huilende hoofd, oorstoppen in de aanslag. Om half zeven ’s ochtends half versuft wakker worden in Piraeus. Paniek! Want een uur later dan voorzien. Eerste gedachte: ik mis mijn vliegtuig. Tweede gedachte: ik mis mijn vliegtuig. Derde gedachte: … Maar als het snel moet gaan, ben ik onverbiddelijk.
Luchthaven Athene: binnenstormende Joey-met-twee-koffers-op-wieltjes negeert de veertig wachtenden voor zich. Aan de desk: Joey onderbreekt het inchecken van een andere passagier: ‘Of u me eerst kan zeggen of ik al te laat ben. Ik heb geen tijd om aan te schuiven’. Ik kreeg een vriendelijke ‘u heeft nog tien minuten’ en doorverwijzing naar twee desks verderop. Zelfde scenario: vijf woorden van mijn kant en mijn koffers alvast onderweg naar vliegtuig. Dan ik nog: hollen langs koffiebars en heerlijk geurende broodjes (geen tijd!), parfums en alcoholische dranken, tijdschriften, boeken, kleding, handtassen. Het ellendige wachten aan de controlepost: schoenen uit, broeksriem uit, jas uit, sjaal uit. Schoenen aan, broeksriem aan, jas aan, sjaal aan. ‘Boarding for Brussels’ door de microfoon onmiddellijk daarna. Neerploffen op stoel 20 A aan het raam voor een laatste blik op Athene.
Arministis (Ikaria), oktober 2010 |
Tijdens de vlucht bedenken dat ik van de laatste dagen Ikaria toch nog intens genoten heb, tussen het huilen en het verdriet door. De natuur heeft me geraakt: voor het eerst gezien dat kiwi’s aan een boom groeien. Veel gewandeld, in regen, in wind, in zon. Beseft dat ook de natuur allerlei impulsen kan geven en dat mijn eerdere idee dat het platteland saai is, absoluut niet juist is. Ook de natuur kan je voorzien van zoveel nieuwe dingen. Alleen: ik zie het vaak niet, omdat ik nooit leerde te kijken. Ik ben opgegroeid in een druk bewoond gebied dat België heet. In Ikaria voelde ik pas werkelijk wat het is om met je twee voeten in herfstige aarde te staan. Dat is ongelooflijke stilte, dat zijn triljoenen zichtbare sterren, dat is de dreiging van loeiende wind en het stikdonker op maanloze nachten. Dat is diep inademen tot tien tellen en uitademen en versteld staan van de zuiverheid: ik had er geen idee van dat je lucht kan proeven!
Drie en een half uur later landen in Zaventem en er nog twee en een half uur over doen om met de zaterdagse treinverbindingen in Turnhout te geraken. Absurd gewoon: de afstand Athene – Brussel is een uurtje langer dan de afstand Brussel – Turnhout.
En nu: even rusten. Hoofd leegmaken. Genieten van de herfstkleuren en het langzame voorbereiden op de winterslaap. Door dode bladeren stappen. Een appel plukken. Een walnoot kraken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten