Translate my blog

donderdag 11 april 2013

Herkenning



de bewuste teamfoto: herken je me?

Er bestaan ontmoetingen die moeten gebeuren. Ook op Facebook, ja. ‘Herkenning’ noem ik dat. Ik bedoel niet de geijkte ‘spiegel’ (we spiegelen ons voortdurend aan onze relaties), het gaat me om korte, plotse, onverwachte ontmoetingen die belangrijke gevolgen hebben.  Soms hang je na zo’n ontmoeting ongewild jaren aan elkaar vast. Soms verlies je door zo’n ontmoeting precies dat wat je dacht dat voor eeuwig was: je huis, je geld, je partner, je vertrouwen. Je ‘herkent’ iemand omdat je onbewust een boodschap draagt voor elkaar. Toch?
Goed.

Zopas reisde ik naar het ijskoude Litouwen. Reden: assisteren in een 7-dagen durende workshop ‘Komaf maken met je kindertijd’. Komt erop neer dat ik een kluitje volwassenen (26 stuks) begeleidde in een intens proces ‘duivels in de ogen kijken’. Erg interessant zo’n workshop, en vooral als je van buitenaf kan toekijken hoe dat kluitje volwassenen huilt, krijst, danst, speelt, het kind in zichzelf kind laat zijn en het eindelijk de vrijheid geeft die het altijd verdiende. Meditaties, familieopstellingen, dans, primitieve gevechtskunst, het dagelijkse programma is ontzettend druk. Let wel: alle activiteiten verlopen in stilte: zo kunnen de deelnemers zich beter concentreren op hun innerlijk proces. Contact met de buitenwereld (gsm, internet) is voor de deelnemers niet toegelaten. Contact tussen begeleiding en  deelnemers is enkel toegelaten tijdens bepaalde sessies ‘waarin een minimum aan ondersteuning nodig is’. Dat heet: uitslaande armen en benen in bedwang houden. Dagenlang zie ik slechts het grote houten huis waarin we met zijn allen in stilte samenhokken. En een eindeloze sneeuwvlakte buiten. Grondtemperatuur: vijftien onder nul.

Litouwen dus. Omdat ik mijn voet in de buitenwereld niet geamputeerd wil, surf ik nog voor het ontbijt op Facebook. Ik zie een aanvraag tot vriendschap van een Letse vrouw, Karolina. Bruin lang sluik haar, harde kaaklijn, intense ogen, 35 jaar oud. Haar naam zegt me niks maar we delen een vijftal oppervlaktevrienden. ‘Accept’, klik ik dan maar.
‘Ken jij een Karolina uit Letland?’ vraag ik aan mijn Litouwse kamergenote, Aida. ‘
Nope’, murmelt Aida slaperig van onder haar hoofdkussen, ‘ken ik niet.’  
Whatever’, zeg ik, klap mijn laptop dicht en vergeet de vrouw ogenblikkelijk, zoals ik veel Facebookvrienden doodgewoon vergeet.

De workshop eindigt in stijl: de deelnemers maken vuur in de sneeuw en verbranden tekeningen, brieven, boosheid, frustratie ... hun gezichten gloeien van blijdschap en opluchting en ook ik ben blij: dat ik hen mocht helpen in dit proces.
Na afloop komt één van de deelnemers, een uitzonderlijk lange man, naar me toe.
‘Dag Juris’, zeg ik, want als begeleidster ken ik ieders naam, afkomst en leeftijd. Hij is een Let en amper 28 jaar oud.
‘Dank voor je hulp’, zegt hij.
‘Geen dank.’
‘Je was erg belangrijk voor me.’
‘Hoezo?’
‘Mag ik je omhelzen?’
Gut’, zeg ik, vrijwel ogenblikkelijk fout begrepen als ‘good’. Van zodra hij mijn intieme halve meter grens overbrugt en zijn lange lichaam over mijn kleine gestalte buigt, voel ik hoe elektriciteit van mijn voeten zich razendsnel opwerkt tot voorbij dat punt op mijn kruin. Mijn knieën trillen alle kanten uit. Ik neem een stap terug en hef mijn duizelende hoofd om deze reus van een man in de ogen te kunnen kijken.  In gedachten val ik flauw: zuivere herkenning! Hij wendt zijn blik af en kucht wat ongemakkelijk.
‘Je gaf me veiligheid’, zegt hij. ‘Als antwoord op je vraag, bedoel ik. Ik vond de stilte moeilijk, en voor bepaalde oefeningen was ik doodsbang, maar als ik wist dat jij ergens in de buurt rondliep, kon het me niet schelen. Je maakte me rustig.’
‘O ja? Tja ...’
‘Ik vertrek onmiddellijk. Nog zes uur rijden voor de boeg. Blijf jij hier?’
‘Ja, ik blijf nog een weekje plakken.’
‘We gaan elkaar nooit meer zien, hé?’
‘Waarschijnlijk niet.’
‘Geeft niet. Heb het gevoel dat ik je al ken.’

Diezelfde avond nog open ik Facebook. Onmiddellijk krijg ik bericht van Karolina, de Letse vrouw van enkele dagen geleden. Ze is online.
‘Je had contact met Juris? Je hebt hem goed geholpen?’
‘Wat bedoel je met ‘contact’?’, stuur ik terug, ‘ik was assistent.’
‘Ja, dat weet ik. Ik zag de foto van het team op Facebook en ik herkende je meteen.’
‘Hoezo je herkende me?’ typ ik, ‘Waarvan dan?’
‘Ik ben zijn vriendin. Wist je dat?’
‘Neen.’
‘Eerlijk? Wist je niets van me?’
‘Neen! Juris en ik spraken hooguit twee minuten. Nogmaals: je herkende me?’
‘Van de foto.’                                                                                    
‘Ik begrijp het niet.’
‘Ik had ’s ochtends een visioen waarin ik jullie samen zag. Diezelfde avond zag ik de teamfoto. Ik herkende je meteen uit mijn visioen en vroeg je vriendschap aan.’
‘Maar dat is vijf dagen geleden!’
‘Ik zie dingen.’
‘Kan je me dat ff uitleggen? Hoezo je ‘ziet’ dingen?’
‘Het gaat om herkenning. Tussen jullie twee. Heel sterk beeld was dat.’
Kut. Dat woord. Ze gebruikt het ook.
‘Hij heeft me verraden.’
‘Wat?????? Neen, dat heeft hij echt niet!’
‘Ik geloof in wat ik zie. Ik ga het uitmaken met hem.’
‘Doe dat niet, Karolina, dit is onzin. Je gebruikt mij als excuus.’

Dan probeer ik haar uit te leggen dat ze de dingen in haar hoofd haalt, dat hij net een moeilijk proces heeft doorgemaakt en dat hij haar steun nodig heeft en geen onnodige jaloezie en ik typ de ziel uit mijn lijf om haar ervan te overtuigen dat ze het fout heeft ‘gezien’. Tegelijk besef ik ergens ver weg dat ze het exact juist heeft gezien, maar hoe kan ze dit geweten hebben ... ? Feit is: ik sta online midden in een relatiecrisis waarvan ik buiten mijn wil om de schuld draag en ik denk DIT IS BELACHELIJK VERMOEIEND, AFSCHUDDEN DIE HANDEL en dan moet ik lachen. Bravo, Karolina, denk ik, ik wil ook jouw bril, zodat ik de dingen kan zien nog voor ze gebeuren ...  Twee uur later klap ik mijn laptop dicht: ‘Dat ze het nu zelf maar uitzoeken.’

Twee dagen later een laatste bericht:
‘Hi! Ter info: het is uit! Ik stuur Juris onze Facebookconversatie door want ik wil geen misverstanden. Dank voor je eerlijkheid. Je leerde me een belangrijke les. Misschien gebruikte ik je idd als excuus. Sorry! Neem het me alsjeblief niet kwalijk dat ik je nu uit mijn Facebookvrienden gooi.’
‘Geen probleem’, typ ik terug, ‘hoop voor jou dat je de juiste beslissing nam.’  
En stiekem ben ik opgelucht dat dit bijzondere geval van herkenning geen kwalijke gevolgen had voor mij.

Am I really too sensitive?



Today I went running and suddenly I saw a little toad in the middle of the road. Blood was running out of its mouth. It was dying. I think it had been hit by a car just a few minutes before.
I picked it up and put it in the grass. I decided to sit next to it, so that it would not have to die alone. I started talking to this little animal, carefully stroking it's head: 'Please, don't die. I hope you are not in pain, oh I am so sorry for you ...' And many things more. All the time the animal was looking at me, as if it could understand what I was saying. It tried to move it's legs, but it could not anymore ...
Then totally by surprise I started crying! I felt sooooo sad for this little toad! After 10 minutes or so, the eyes of the little toad being closed now, I got up and started running again ... feeling a little ashamed about this explosion of tears... thinking: 'Am I really getting too sensitive??'